Identificatie en beschrijving | |
---|---|
Titel | Kasteelpark van Beauvoorde |
Provincie | West-Vlaanderen |
Gemeente | Veurne |
Deelgemeente | Wulveringem |
Betrokken personen | Pynaert, Eduard |
Functie van de auteur | Ontwerper |
Bron | Schepping: 2012-09-04 Bijwerken: 2017-05-30 URI: https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/134006 |
Locatie | Wulveringemstraat 10 (Veurne)Wulveringemstraat |
Coördinaten | Breedte: 2.65516278939 Lengte: 51.0166721907 |
label.localisation | [51.0160398239,2.65625752393], [51.0159060704,2.65588316011], [51.0158821312,2.65581614161], [51.015852569,2.65573343513], [51.0157648265,2.65548783328], [51.0157731259,2.6554792052], [51.0158913569,2.65535641283], [51.0159085673,2.65533854977], [51.0159277617,2.65531861851], [51.0159045554,2.65526058225], [51.015957133,2.6552077708], [51.0159433692,2.65503925938], [51.0158476966,2.65486604724], [51.0157935592,2.65470484353], [51.0157912099,2.65470096677], [51.0161618417,2.65418747188], [51.0163117171,2.65397981417], [51.0163554551,2.6538751099], [51.0164448256,2.65374825103], [51.0167549645,2.65336782887], [51.0172683453,2.65451094261], [51.0173051744,2.65459185968], [51.0174731582,2.65496100175], [51.0177327641,2.65552545267], [51.017492987,2.65581512895], [51.0173369117,2.65598805966], [51.0171520674,2.65615445739], [51.0170593665,2.65625342461], [51.0168430373,2.65648436181], [51.0165470228,2.65673427396], [51.0165253866,2.65667348475], [51.0163508654,2.6563583371], [51.0161321326,2.65628428358], [51.0161091298,2.65630697655], [51.0161047886,2.65629595973], [51.016067146,2.65633398397], [51.0160617375,2.6563188296], [51.0160398239,2.65625752393] |
Bebost pittoresk kasteelpark met een aanleg uit de 19de eeuw op een site uit de 12de eeuw.
Het kasteel van Beauvoorde ligt in het overgangsgebied naar het Plateau van Izenberge. Dit hoger gelegen gebied met een zandlemige bodem is zeer geschikt voor landbouw en werd dan ook al in de vroege middeleeuwen ontgonnen. De voorloper van het huidige kasteel werd, evenals de Romaanse kerk, in de 12de eeuw opgetrokken. Kerk en kasteel vormen de kern van het dorp Wulveringem.
In 1573 werd de naam ‘Beauvoorde’ geïntroduceerd, naar analogie met een landgoed van de toenmalige eigenaars in het grensgebied met Noord-Frankrijk. Het kasteel bleef eigendom van de familie de Bryarde tot 1838. De oorspronkelijke versterking werd rond 1617 grondig verbouwd door hoogbaljuw Jacob de Bryarde.
Op de Ferrariskaart (1771-1777) bestaat het domein uit een bijna vierkant terrein, aangeduid als boomgaard en langs de noord- en westzijde door een rechte, buitenste ringgracht omsloten. De twee percelen vooraan de straat zijn eveneens met (fruit)bomen beplant. Langs de oostzijde van het domein loopt een dreef, de huidige Kasteeldreef. Het met een binnenste ringgracht omsloten kasteel ligt tegenover een L-vormig dienstgebouw en een kleiner gebouwtje. Een aftakking van de buitenste gracht loopt langs de westzijde achter de dienstgebouwen door en eindigt ten noorden in een ovalen uitloper. Op het terrein bevinden zich ten noorden van de dienstgebouwen en het kasteel nog respectievelijk een kleine ovalen en een ronde vijver. In het verlengde van de zuidelijke hoofdtoegang is er een secundaire uitgang ten noorden naar de achterliggende landbouwgronden. Ten noorden van de dienstgebouwen, vlakbij de ovale vijver wordt nog een kleine aanhorigheid gesitueerd. In het zuidoosten van het terrein ligt een woning met moestuin.
In de primitieve legger staat als eigenaar de uit Gent afkomstige Frans Dedeurwaerder genoteerd. Hij had verschillende percelen landbouwgrond in het dorp in zijn bezit, waaronder ook de drie grote percelen (408, 409 en 410) landbouwgrond ten noorden van de site. De constellatie op het Primitief Kadasterplan verschilt bijzonder weinig van deze op de Ferrariskaart. In de Primitieve legger, waar het landgebruik van de percelen werd genoteerd, staan de grachten als “water als boomgaard” geboekstaafd. De aan de Wulveringemstraat palende percelen 417 en 419 staan in de Primitieve legger als ‘hof’ (moestuin) en niet meer als boomgaard aangeduid. Het perceel 419, het meest westelijke van de twee, behoort in 1858 niet meer tot het domein en op dit terrein wordt een school ingericht. Deze constellatie blijft onveranderd op de militaire cartografische kaart van 1860 .
Een bevlogen eigenaar: Beauvoorde onder Arthur Mergelynck
Na een periode van verval werd het kasteel in 1875 aangekocht door jonker Arthur Merghelynck (1853-1908). Arthur Mergelynck had een bijzondere belangstelling voor geschiedenis en familiekunde. Zo kocht hij ook het Ieperse “hotel Mergelynck”, een stadsvilla/herenwoning dat in 1774 door één van zijn voorouders werd gebouwd en richtte het in als een museum. Mergelynck ‘restaureerde’ het vervallen kasteel van Beauvoorde waarbij ook verdwenen gedeelten imitatief wederopgebouwd werden, waaronder de neogotische kapel naar ontwerp van architect J. Vinck uit Veurne. In de kadastrale legger van 1877 is dan ook sprake van een “amélioration notable” die het oorspronkelijk als “huis en plaets” genoteerde gebouw tot “Chateau” omdoopt.
De werken beperkten zich niet tot het kasteel. Zo werd ondermeer het dienstgebouwtje ten noorden van de stallingen afgebroken en de grachtarm achter de dienstgebouwen ingekort. Het gebied binnen de omwalling dat op de primitieve legger nog als boomgaard is aangeduid (perceel 422) evolueert tot lustgrond. De militair topografische kaart van 1883, acht jaar na aankoop van het domein door Mergelynck, geeft een bomenrijke parkaanleg binnen de omgrachting weer. De binnenste ringgracht rond het kasteel wordt hier als een strak vierkant weergegeven. De dienstgebouwen en bijhorende omgrachting zijn verdwenen.
In 1901 noteert men op het kadaster de bouw van een broeikas in de moestuin ten noordoosten van het kasteel (perceel 412). Tien jaar later wordt deze opnieuw afgebroken evenals de drie kleine woningen aan de Wulveringemstraat. Het domein is op dat moment in handen van de staat. Arthur Merghelynck bleef kinderloos en schonk het kasteel in 1902 aan de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde. Sinds 1998 beheert Herita het domein dat opengesteld is voor het publiek.
Een pittoreske tuin voor een schilderachtige site
In Une page d’histoire de la féodalité au Pays de Furnes... publiceert Arthur Mergelynck twee tuinplannen: één met de zogenaamd historische toestand (1598-1663-1691) en één met de bestaande toestand naar een ontwerp van de Gentse landschapsarchitect en boomkweker Eduard Pynaert - van Geert (1835-1900) en spendeert juist geteld drie regels aan de tuinen van Beauvoorde. Wat niet per se betekent dat Mergelynck geen interesse toonde voor de aloude tuinsite bij het kasteel. Voor Mergelynck bezat het domein Beauvoorde een ‘schilderachtige’ kwaliteit. Die pittoreske indruk zou Mergelynck de volgende jaren bewust trachten te versterken.
Een mogelijk antwoord op de vraag hoe Arthur Mergelynck de onmiddellijke omgeving rondom zijn gerestaureerd kasteel zag, ligt onder meer besloten in de toenmalige definities die men in de tuinarchitectuur aan de begrip ‘pittoresk’ gaf, meer bepaald in relatie tot het begrip ‘schoonheid’. In 1879 schreef de toonaangevende Franse landschapsarchitect Eduard André hierover: Les qualités du beau et du pittoresque peuvent parfois se confondre, mais souvent elles sont opposées. Les unes sont fondées sur la douceur, les autres sur la rudesse. Ainsi la symétrie, qui s’accorde avec le beau, est contraire au pittoresque. Un arbre de forme régulière et dans la plénitude de son développement est beau; irrégulier, il est pittoresque...Un vieux moulin, des arbres morts, nous donnent l’idée actuelle du pittoresque et en même temps de la beauté qu’ils ont possédée autrefois... Le pittoresque exerce sur nous une séduction que la beauté seul ne saurait produire.
In de ontwerpleer komt het begrip pittoresk echter niet uitsluitend voor als synoniem voor schilderachtig of als tegenpool van het schone. Het bepaalt ook de schaal in tuinen en parken, de architecturale context, de breedte en het materiaal van de paden en de aard en plantwijze van de bomen en struiken. De creatie van een tuin met pittoresk karakter (le genre pittoresque ou sauvage), dit in tegenstelling tot tuinen en parken met riant karakter (le genre gai ou riant) of uitgestrekte parken met groots karakter(le genre noble ou grandiose) bood aan Mergelynck dé oplossing om de pittoreske aanblik van de kasteeltuinen rondom zijn gerestaureerd kasteel te versterken.
Het tuinconcept van Peynaert-van Geert combineerde eerbied voor het verleden met nieuwe inzichten. De kasteelmotte en de kasteelgracht, de buitenomwalling, de aloude kasseiweg, een deel van de boomgaardsite en de locatie van de oude lusthof werden geïntegreerd in een tuinconcept dat voorzag in een greenbelt of bomengordel en een rondweg aan de binnenzijde van de buitenwal en een netwerk van paden die de overgang markeren tussen de greenbelt, de kasteelomwalling, de grasperken, de bomenpercelen en de parterretuin. Het neerhof met aanhorigheden verdween voor het grootste gedeelte samen met zijn omwalling.
Het park van Beauvoorde vandaag
De kasteelsite van Beauvoorde is de voorbije 120 jaar uitgegroeid tot een volwassen park, waarin de snelgroeiende houtsoorten de climaxfase bereikt hebben en de waardevolle boomsoorten in volle wasdom zijn. Door het lijdzaam onderhoud van de voorbije decennia vervaagt het initiële groenontwerp. Talrijke bomen hebben zich ontwikkeld tot pittoreske exemplaren met bochtige stammen, uitgescheurde takken en onevenwichtige kruinen.
Inheemse plantensoorten eisen spontaan hun plaats op. De oorspronkelijke struikenlaag is grotendeels verdwenen, de vrijgekomen ruimte werd ingenomen door een tapijt van gewone klimop. Voorjaarsknol- en bolgeofieten verspreiden zich in de kruidlagen onder de bomen. De boompercelen en de bomengordel bestaan reeds voor dertig procent uit opgeschoten zaailingen van gewone esdoorn (Acer pseudoplatanus) en gewone es (Fraxinus excelsior), maar ook zaailingen van gewone lijsterbes (Sorbus aucuparia), gewone taxus (Taxus baccata), grootbladige linde (Tilia plattyphyllos), gewone beuk (Fagus sylvatica), bruine beuk (Fagus sylvatica ‘Atropunicea’) en gewone vlier (Sambucus nigra). Wortelopslag van gewone sneeuwbes (Symphorycarpus albus) kolonisert elk jaar opnieuw meer en meer de kruidlagen in de perken.
Het domein heeft aan de Wulveringemstraat twee toegangen, afgesloten met een hek. De meest westelijke is de hoofdtoegang van waaruit een gekasseide oprit naar het kasteel en de dienstgebouwen loopt. Het voorplein tussen het kasteel en de weg is beplant met grootbladige linden (Tilia plattyphyllos). De in één horizontaal vlak gesnoeide onderbegroeiing van woekerende sneeuwbes roept bij de toeschouwer de idee van een tuinruimte op.
De langwerpige vijver achter het dienstgebouw is een restant van de vroegere westelijke grachtarm, omzoomd door op korte afstand geplante bomen. De percelen achter het domein zijn sinds 2005 als fruitweide in gebruik. Er werd een hoogstamboomgaard met verschillende appel- en perenrassen aangeplant en het terrein werd omhaagd met een meidoornhaag. In het noordwestelijke parkdeel bevindt zich nog een bunker uit de Tweede Wereldoorlog.
Auteur: Michiels, Marijke
Auteur: van den Bossche, Herman
Datum: 2016
Titel Text: Kasteelpark Beauvoorde
Park van Beauvoorde (Michiels, Marijke, 15-10-2012, ©Vlaamse Gemeenschap)
Toegangshek van het park van Beavoorde (Michiels, Marijke, 15-10-2012, ©Vlaamse Gemeenschap)
Omgracht eiland van het kasteel van Beauvoorde (Michiels, Marijke, 15-10-2012, ©Vlaamse Gemeenschap)
Beauvoorde, zicht op de omgrachting (Michiels, Marijke, 15-10-2012, ©Vlaamse Gemeenschap)
Bunker in het park van Beauvoorde (Michiels, Marijke, 15-10-2012, ©Vlaamse Gemeenschap)
Kadasterarchief West-Vlaanderen, Primitief kadaster Veurne, afdeling X (Wulveringem), sectie B, s.d.
Kadasterarchief West-Vlaanderen, Primitief kadaster Veurne, afdeling X (Wulveringem), sectie B, Primitieve legger art 58.
Kadasterarchief West-Vlaanderen, Leggers Veurne, afdeling X (Wulveringem), artikel 496.
Kabinetskaart van de Oostenrijkse Nederlanden voor Zijn Koninklijke Hoogheid de Hertog Karel Alexander van Lotharingen, Jozef Jean François de Ferraris, Koninklijke Bibliotheek van België, uitgegeven in 1770-1778, schaal 1:11.520 herleid naar 1:25.000.
Topografische kaarten van België, Eerste editie, Krijgsdepot, uitgegeven in 1860-1873, schaal 1:20.000.
Topografische kaarten van België, Tweede editie, Militair Cartografisch Instituut, uitgegeven in 1880-1884, schaal 1:20.000.
ANDRE E. 1879: L’art des Jardins, Traité général de la composition des Parcs et Jardins, Paris, 114-115.
MERGELYNCK A. 1900-1091: Une page d’histoire de la féodalité au Pays de Furnes. Le Fief-manoir dit “le Château de Beauvoorde” à Wulveringhem (1408-1900), son origine probable, sa chronique, ses possesseurs, sa description, etc., Brugge, 238.
TOLLEBEEK J. 1999: Het verleden in de negentiende eeuw. Arthur Merghelynck en het kasteel van Beauvoorde, Verslagen en Mededelingen van de Koninklijke Academie voor Taal- en Letterkunde 1, 107-147.
Datering: vierde kwart 19de eeuw,
Typologie: boomgaarden, bunkers, hekken, hekpijlers, parken, tuin- en parkbeplantingen, vijvers