Identificatie en beschrijving
Titel Park van het Esenkasteel
Provincie West-Vlaanderen
Gemeente Diksmuide
Deelgemeente Diksmuide
Betrokken personen Deroose, Paul
Functie van de auteur Ontwerper
Betrokken personen Breydel, Louis-Julien
Functie van de auteur Onbepaald
Bron Schepping: 2012-09-04
Bijwerken: 2017-05-30
URI: https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/134004
Locatie Woumenweg 100 (Diksmuide)Woumenweg
Coördinaten Breedte: 2.86395693943
Lengte: 51.0213895332
label.localisation [51.0208559315,2.86447758934], [51.020187155,2.86463676575], [51.0201110134,2.86416185872], [51.0199351718,2.86305902554], [51.02072226,2.8628866873], [51.0207666854,2.86287694858], [51.0207666189,2.86289917433], [51.021728371,2.86272881323], [51.0217514882,2.86272472005], [51.0218013583,2.86273789959], [51.0222171957,2.86308034782], [51.0224470701,2.86329098372], [51.0227015525,2.86371480791], [51.022713524,2.86393961948], [51.0226150048,2.86493440364], [51.0209313462,2.86537310969], [51.0209262922,2.86537442654], [51.0209093978,2.86511241872], [51.0208682569,2.86447462754], [51.0208559315,2.86447758934]

Primaire tekst

Openbaar park met een naoorlogse aanleg die geometrische en landschappelijk aangelegde zones combineert.

Van jachthuis tot buitenverblijf met allure

Het huidige Esenkasteel ligt langs de oostkant van de weg van Diksmuide naar Woumen op een locatie waar op het einde van de 18de eeuw een bescheiden buitenverblijf van de familie Deruysscher gelegen was. Dit jachthuis en zijn omgeving staan op de Ferrariskaart (1771-1775) afgebeeld. Het goed bestaat uit drie oost-west gelegen delen, waarvan de twee buitenste delen als bos staan ingekleurd. Het jachthuis ligt dwars op de straat en centraal in het middelste deel dat aangeduid wordt als moestuin. De omgeving bestaat uit akkers en weilanden. Volgens de primitieve legger van ca. 1835 is apotheker Pierre Antoine de Ruysscher (1795-1863) ook eigenaar van het zuidelijk gelegen perceel 594 dat als 'land' omschreven wordt, toch zal het park later in noordelijke richting uitgebreid worden. Het jachthuis en de tuin worden als hof (percelen 586 en 588) met huis (perceel 587)beschreven.

De afbraak van het oude huis wordt in 1841 op het kadaster geregistreerd. Meer naar het oosten wordt een nieuw huis opgetrokken en op de noordelijke perceelgrens verschijnen twee lange, smalle niet nader gedefinieerde gebouwen, mogelijk zijn dit twee serres. In de uiterste noordwesthoek van het terrein wordt een kleine spie van het perceel afgesplitst, hier verschijnt een hoeve. De kadastrale legger van 1843 bevestigt de nieuwe status van het goed met de omschrijving lusthof en gebouw.

Enkele jaren later verdriedubbelt het parkje in oppervlakte wanneer Pierre Antoine de Ruysscher een aantal gronden ten noorden van zijn eigendom verwerft (percelen 580 tot 584) en een bestaande woning met boomgaard laat afbreken. Alle percelen worden samengevoegd tot één groot domein dat als lusthof en gronden met een oppervlakte van 2 hectare 13 are in de kadastrale legger van 1852 vermeld staat. Kort na de aankoop krijgt het domein een aanleg in landschappelijke stijl, zoals blijkt uit het beeld van de topografische kaart van 1866. De woning ligt dwars op de straat aan de zuidzijde van het park, zowel bij de inrit in het noorden als het zuiden bevinden zich bijgebouwen. De aanleg bestaat uit onregelmatig gevormde perken en een pad dat een achtvormige lus beschrijft.

Ongeveer tien jaar later laat de nieuwe eigenaar, Edmond Ghislain Deruysscher, de woning en vermoedelijke serres afbreken en wordt het goed in de kadastrale legger vermeld als lusttuin (voorheen lusttuin en gebouwen). Twee jaar later, in 1877, verschijnt de nieuwe toestand op de mutatieschets: een nieuw landhuis met huis, stal, broeikas (vermoedelijk een orangerie), ijskelder en paviljoen. De bijhorende mutatieschets toont een centraal gelegen landhuis dat schuin op de weg is ingeplant. Ten westen van het landhuis liggen een stal en hovenierswoning en achtereenvolgens langs de perceelgrens naar het noorden toe een grote broeikas, een ijskelder en in het noorden een rond paviljoentje. Naar verluidt werden in de broeikas ondermeer ananassen gekweekt. De topografische kaart van 1883 geeft een beeld van de nieuwe aanleg. Ten noorden van de woning ligt een ronde vijver met een smalle uitstulping naar het noorden. Zowel vanuit het noorden als het zuiden leiden nog steeds twee toegangen via een achtvormig wegenpatroon naar de woning, maar ook ten westen sluiten de paden hier aan op een kleine landweg. De aanleg in landschappelijke stijl bestaat uit in gazon gelegde zones rond het landhuis en de vijver, de overige perken die het landhuis aan de vier zijden van de buitenwereld afsluiten zijn aangeplant met bomen en struiken.

In het begin van de 20ste eeuw komt het goed in handen van Marie De Ruysscher en haar man Eugene Hynderick de Ghelcke, lid van een Ieperse adellijke familie. De nieuwe eigenaars drukken hun stempel op het goed. Zo wordt in 1907 de vergroting van het landhuis op het kadaster vastgelegd dat in de legger nu als kasteel aangeduid staat. Zowel in 1903, 1906 als 1913 wordt de aanleg en vergroting van bestaande broeikassen geregistreerd. De topografische kaart van 1911 toont dat ook de aanleg rondom het landhuis een aantal wijzigingen onderging. De voornaamste is wel de uitbreiding van het park met een rechthoekig perceel in het zuiden. Volgens de kaart bestaat de aanleg uit een beboste zone ontsloten door een pad dat een lus maakt en vervolgens aansluit op het reeds bestaande tracé. De reeds bestaande padenstructuur schijnt een vereenvoudiging te hebben ondergaan. In plaats van een achtvormig padenpatroon is ze teruggebracht tot een grote lus waarin de contouren van de voormalige acht nog deels zichtbaar zijn.

Het Esenkasteel wordt reeds in het begin van de Eerste Wereldoorlog in de as gelegd. De Duitsers bouwen het park uit tot een oninneembare vesting en het domein zal gedurende vier jaar in Duitse handen blijven.

Het domein na de Eerste Wereldoorlog

Na de oorlog laten Jacques Hynderick de Ghelcke en zijn vrouw Suzanne Amyot de Bessières een nieuw landhuis in neoclassicistische baksteenarchitectuur naar ontwerp van architect Lauwers oprichten. Deze nieuwe woning uit 1925 wordt pas in 1933 op het kadaster geregistreerd als kasteel met lusttuin. In het zuidelijk deel van het terrein wordt, vermoedelijk ook naar ontwerp van architect Lauwers, een conciërgewoning opgericht. Een prentbriefkaart uit de eerste helft van de 20ste eeuw geeft een beeld van de aanleg dat niet zo erg van het huidige uitzicht verschilt. Tussen de weg en het kasteel ligt ook dan al een rechthoekig verdiept gazon met afgeschuinde randen, een zogenaamde bowling green, afgeboord met afwisselend lage strak geschoren blokken en conisch gesnoeide struiken. Dit verdiepte gedeelte is aan de straatzijde breder, zodat vanuit het kasteel de optische illusie wordt gewekt dat het verdiepte gazon een perfecte rechthoek beschrijft. Langs beide zijden van de bowling green loopt een oprit geflankeerd door een rij van lindebomen. Ten noorden van het kasteel is een rijtje Italiaanse populieren zichtbaar. De groene rand rond het domein is op dat moment nog erg transparant en bestaat uit een bomenrij en mogelijk nog jonge aanplant. Ook de kleine vijver ten noorden van het kasteel is opnieuw aangelegd en bevindt zich min of meer op de locatie van de vooroorlogse vijver.
Het Esenkasteel zal nog tot 1982 in handen van de familie Hynderick De Ghelcke blijven. In 1983 wordt het domein van 4,7 ha verkocht aan de gemeente, met uitzondering van de conciërgewoning en de zuidelijke uitbreiding uit het eerste kwart van de 20ste eeuw. Het domein krijgt de functie van openbaar park, de herbestemming van het kasteel verloopt moeilijker. In 1994 verkoopt de gemeente het goed aan de provincie die het kasteel als kantoorruimte inricht.

In 1997 krijgt landschapsarchitect Paul Deroose (°1945) de opdracht voor de heraanleg van het park. Ten zuiden van het kasteel, vlak achter het perceel met de voormalige conciërgewoning wordt een omhaagde parking voor bezoekers en werknemers ingericht, toegankelijk via een aparte inrit. Zo worden de paden rondom het verdiepte gazon verkeersvrij. De nieuwe wandelwegen worden aangelegd in fijn dolomietgrind en versmald tot 150cm breedte. De op dat moment aanwezige ligusterhagen rondom de bowling green worden vervangen door Buxus sempervirens ‘Handsworthensis’ in afwisselend balkvormige stroken en conisch gesnoeide vormen met een ronde basis. De parkeerzone rondom het kasteel wordt beperkt tot een kleine parking aan de noordkant van het kasteel en visueel afgeschermd door een taxushaag die aan de zuidkant van het kasteel gespiegeld wordt. Achter het kasteel flankeren, zoals aan de voorzijde, twee strak geschoren noord-zuid georiënteerde taxushagen het gebouw. Een nieuw terras achter de woning loopt verder in een terras in gras dat via een lichte helling overgaat in het omgevende gazon. Op dit terras zijn in strak verband tien conisch geschoren taxusvormen ingeplant. Een aantal nieuwe aanplantingen zoals een Koningslinde (Tillia europaea ‘Pallida’ met een omtrek van 127 cm) op de driesprong van de nieuwe inrit, de weg naar het kasteel en de parking vervolledigen het ontwerp. Het voorstel van Deroose voor de aanleg van een labyrinth achter het kasteel wordt niet uitgevoerd.

Het park van het Esenkasteel verenigt ook vandaag nog landschappelijke en geometrische elementen. Tot de laatste behoort de aanleg rondom het kasteel zelf met de bowling green uit het interbellum aan de voorzijde en de taxushagen en het terras volgens het ontwerp van Deroose aan de achterzijde. De overige delen van het park zijn aangelegd in landschappelijke stijl en bestaan grotendeels uit een centraal gazon waarin slechts een beperkt aantal bomen staan en een kleine vijver ten noordoosten van het kasteel. De zuidelijke zone van het gazon wordt als verschralingsweide beheerd. De omringende bomengordel waarlangs een pad loopt bestaat uit een mengeling van purperesdoorn, gewone es, iep, gewone haagbeuk, eenstijlige meidoorn, treurwilg, wilg en robina. Hierbij valt op dat de helft van de als merkwaardige bomen opgenomen exemplaren zich in de kleine zone rondom de nieuwe zuidelijke inrit bevinden.

Merkwaardige bomen
Het cijfer in vet geeft de stamomtrek in cm. weer, gemeten op 150 cm hoogte.

  • 1. Zilverlinde (Tillia tomentosa) 127
  • 2. hemelboom (Ailanthus altissima) 100
  • 3. Noorse esdoorn (Acer platanoides) 200
  • 4. Amerikaanse eik (Quercus rubra) 285
  • 5. Tamme kastanje (Castanea sativa)256
  • 6. Linde (Tillia) 243
  • 7. Plataan (Platanus x acerifolia) 242
  • 8. Taxus (Taxus baccata) 70
  • 9. Zilveresdoorn (Acer saccharinum)172
  • 10. Zilveresdoorn(Acer saccharinum) 130

Auteur: Michiels, Marijke

Datum: 2014

Titel Text: Esenkasteel

Grafische documenten

Diksmuide_Woumenweg_100 (Michiels, Marijke, 01-07-2012, ©Vlaamse Gemeenschap)

Diksmuide_Woumenweg_100 (Michiels, Marijke, 01-07-2012, ©Vlaamse Gemeenschap)

Bibliografie

Kadasterarchief West-Vlaanderen, mutatieschetsen Diksmuide, afdeling 2 (Esen), 1841/2, 1852/3, 1875/6, 1877/6, 1903/10, 1906/8, 1913/9, 1928/49 en 1933/7.

Kadasterarchief West-Vlaanderen, Leggers Diksmuide, afdeling 2 (Esen), artikels 110, 699, 972 en 1907.

Archief streekhuis Esenkasteel, voorontwerp heraanleg park en onuitgegeven nota’s.

ARREN P. 2005 : Van kasteel naar kasteel. 11, Kapellen, 63-65

PRIEM V. 1996: Kastelen en landhuizen in Groot-Ieper, Ieper, 10-17.

Topografische kaarten van België, Krijgsdepot: Eerste editie uitgegeven tussen 1865-1880, schaal 1:20.000. Herziening, Militair Cartografisch Instituut: tweede uitgave, 1880-1884, derde uitgave 1889-1900 en herziening derde uitgave 1900-1930, schaal 1:20.000. (Lemoine-Isabeau, 1988).

Informatie verkregen van Paul Deroose (3 juli 2012).

prentbriefkaart op Delcampe (geraadpleegd op 19 januari 2015).