Identificatie en beschrijving | |
---|---|
Titel | Kasteeldomein van Loye |
Provincie | Limburg |
Gemeente | Lummen |
Deelgemeente | Lummen |
Bron | Schepping: 2014-08-28 Bijwerken: 2017-05-30 URI: https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/134652 |
Locatie | Loyestraat 1 (Lummen)Loyestraat |
Coördinaten | Breedte: 5.19626638255 Lengte: 50.9726046039 |
label.localisation | [50.9753638872,5.19567997001], [50.9752026932,5.19577131023], [50.9745603166,5.19610088945], [50.9745554584,5.19614792358], [50.9745484828,5.19612519597], [50.9725281294,5.19727618676], [50.9727184392,5.19963031634], [50.972791085,5.20045663396], [50.9726316496,5.20281586474], [50.9724741674,5.2027509196], [50.9724735858,5.20276026924], [50.9714950216,5.20244915111], [50.9714453846,5.20243309903], [50.9714475887,5.20239226328], [50.9713967555,5.20235514946], [50.9713950786,5.20235542571], [50.9713586434,5.20236155815], [50.971316284,5.20239809896], [50.9713148312,5.20239761182], [50.97128275,5.20242736063], [50.9712217352,5.20240356613], [50.9712354588,5.20222214189], [50.9712294151,5.20199492549], [50.9712250211,5.20195507297], [50.9711945611,5.20174121283], [50.9711425347,5.2015755359], [50.9710904631,5.20150344656], [50.9710030915,5.20142317127], [50.9709403739,5.20137059609], [50.9708488826,5.20119637812], [50.9707864945,5.20096210684], [50.9707741253,5.20081806765], [50.9708918648,5.20039018689], [50.971042402,5.19992051648], [50.9711071166,5.19967235555], [50.97110316,5.19966570523], [50.9710395468,5.19957981672], [50.9710037932,5.1995904839], [50.9709916867,5.19961910408], [50.9709509883,5.19973418594], [50.970945138,5.19972914674], [50.9709421092,5.19973630695], [50.9709167628,5.19970470561], [50.9708921237,5.19968348253], [50.9708916514,5.19966438229], [50.9708891581,5.19965625843], [50.970891384,5.19965356642], [50.9708909983,5.19963796809], [50.970893949,5.19958090215], [50.9708918684,5.19951491412], [50.9708879004,5.19946414342], [50.970877072,5.19940987583], [50.9708636264,5.19935499], [50.9708463878,5.19929809601], [50.9708178812,5.19922706772], [50.9707893963,5.19916629773], [50.9707524997,5.199080097], [50.9707372585,5.1990229636], [50.9707229369,5.19896898868], [50.9707213919,5.1985739149], [50.9709766962,5.19731406844], [50.9710083499,5.19713779225], [50.9710212361,5.19706607823], [50.97105865,5.19685777324], [50.9710555492,5.19684736729], [50.9710677856,5.196793483], [50.971087105,5.19678180284], [50.9710912447,5.19670089444], [50.9711152969,5.19661365269], [50.9711394952,5.19652586486], [50.9712465944,5.19613732222], [50.9712783411,5.19600765025], [50.9712882979,5.19596698084], [50.9713284999,5.19576990252], [50.9713471968,5.19551092609], [50.9713442029,5.19521683175], [50.9713371489,5.19501890344], [50.9713198475,5.19483949374], [50.9712749387,5.19472407737], [50.9712741949,5.19461004286], [50.9712393366,5.19450350172], [50.971738104,5.1943966838], [50.9716212607,5.19426600676], [50.9712301439,5.19329119403], [50.9712109905,5.19315230586], [50.9711856926,5.1929688375], [50.9713753466,5.19254765776], [50.9717771675,5.19199518844], [50.9721179104,5.19146733894], [50.9722436844,5.19148242322], [50.9723264605,5.19155141223], [50.9723545862,5.19159370665], [50.9724355439,5.19163050023], [50.97255544,5.1919059464], [50.9726179784,5.19196492879], [50.9727492988,5.19176785283], [50.9729800866,5.19157574621], [50.9736491774,5.19170970502], [50.9736572292,5.19171948486], [50.9740057579,5.19152944257], [50.9740771811,5.19147925067], [50.9742711428,5.19130857263], [50.9742983003,5.191284686], [50.9745796755,5.19284342993], [50.9746498689,5.19323230927], [50.974677966,5.19323132435], [50.9747108014,5.19323018039], [50.974751689,5.19347853229], [50.9747770204,5.19358837076], [50.9750788176,5.1948973801], [50.9752269932,5.19554010216], [50.9752340117,5.19554581627], [50.9752340779,5.19553639881], [50.9753294726,5.1955004082], [50.9753638872,5.19567997001], [50.9717192294,5.19730004858], [50.9717041903,5.19728371537], [50.9716493287,5.19743923684], [50.9716698097,5.19745907997], [50.9717192294,5.19730004858] |
Cultuurhistorisch belangrijk, uitgestrekt kasteeldomein van circa 205 hectare, met interessante tuinaanleg waarbij productiebossen, vijvers, wei-, hooi- en bouwland horen; complex en heterogeen waterkasteel, daterend uit de 15de tot de 19de eeuw, deels verantwoord historiserend gerestaureerd in de jaren 1960. Het domein stelt bij gebrek aan voldoende historisch onderzoek interpretatie- en dateringsproblemen. De aanleg, slechts mogelijk mits droogleggingen en indijkingen in het moeras van de Demer en de Herk al tijdens de 17de en 18de eeuw, is ongetwijfeld van Europees niveau.
Interpretatieproblemen
Een ganzenvoet met op de middenas een kanaal waarop de Demer aansloot, een driehoekige vijver die voorheen deel uitmaakte van een bosquet met ronde 'salle de verdure' en het waterparterre naast een aantal andere vijvers, zijn belangrijke elementen in de aanleg. Ze stellen echter wel duidingsproblemen. Gaat het hier om relicten van een aanleg, waarvan ook de tuin, aansluitend bij het huis deel uitmaakte, of moet men ze lezen als de aanzet van een onvoltooid project dat deels 17de-eeuwse fragmenten overnam? Zo herkent men in het park "hier en daar het plan van een tuinenproject door A. Carvout junior, uit 1776" volgens De Borchgrave d'Altena. Uit zijn notitie kan men opmaken dat hij toegang verkreeg tot het kasteel en het vermelde aanlegplan daar bewaard wordt (De Borchgrave d'Altena J. 1932, 102). Een niet te verifiëren bron maakt gewag van het rechttrekken van de Demer in functie van het uitzicht. Inderdaad, in hoeverre hebben waterbouwkundige plannen de tuinaanleg beïnvloed? Uitsluitsel op deze vragen geven is moeilijk vermits de geschiedenis en de evolutie van het domein nog nooit grondig werden onderzocht, het domein (en bijgevolg ook zijn eventueel archief) voor ons ontoegankelijk bleef en de gegevens waarover we beschikken niet ouder zijn dan rond 1740.
Het Loye hing af van het graafschap Loon, wordt al in 1429 vermeld en was rond 1730 in het bezit van de familie van der Heyden a Blisia (Jan Willem, 1721-1783, baron van der Heyden a Blisia, heer van Loye en Reekhoven, echtgenoot van Louisa Helena barones de Rosen, burgemeester van Luik in 1760 en commissaris van het land van Luik en het graafschap Loon, wordt met zijn portret vermeld in Adel en kastelen van Limburg, ). Voordien waren de families Horion en van Elderen er eigenaars van en sedert 1784 de Luikse familie Fabry Beckers . Raadpleging van de beschikbare kaarten en iconografie alleen al verschaft voldoende informatie om zich van het belang van de tuin- en landschappelijke aanleg in Het Loye rekenschap te geven.
De ganzenvoet en de rechttrekking van de Demer
Remacle Leloup tekende midden 18de eeuw de waterburcht vanuit het westen met in de lengteas een omhaagde baroktuin met parterre en fraaie loofwerken, vormbomen en drie (van vier) zichtbare groenprieëlen in de hoeken, wegen als dreven, hoog omhaagde lanen en een boomgaard. Deze tekening figureert als getinte lithografie in Les Délices du pays de Liège. De beschrijving in het vierde deel van Les Délices du païs de Liège luidt vertaald als volgt: "In een moeras van Herk en Demer, op de rechteroever van de Demer, ligt een vlakte, grotendeels bebost met opgaande bomen, waar een lange laan naast de tuinen uitloopt op een driehoekig neerhof dat als ingang dient. Drie bouwlichamen vormen een hoefijzer en eindigen op een muur die een verhoogd plein omsluit, omgeven door een brede, door de rivier gevoede gracht. Aan de oostkant kraagt een kapel op de gevel uit en die geeft uitzicht op een mooi onderhouden tuin met in piramides gesnoeide taxussen, afgeboord met geknipte haagbeukhagen. De Demer vloeit aan de achterzijde van de tuin en voedt daar een mooi, halfrond waterbekken in baksteenmetselwerk dat daar de hele breedte beslaat. Van daar gaat men links tussen verschillende tuinen naar een haagbeuklaan die uitmondt in een sterrebos van haagbeuk".
Die structuur, die ook al op de Ferrariskaart (1771-75) wordt getoond, is op de latere kaarten en op de huidige toestand duidelijk herkenbaar. Het kasteelcomplex ligt aan het einde van een noord-zuidgerichte dreef van 500 meter. De nutstuinen liggen ten noordwesten, de verspreide dienstgebouwen en de siertuinen ten zuidoosten. De dreef naar het kasteel takt vooraleer hij het bereikt naar het oosten af, naar een stelsel van dreven en vijvers met, op ongeveer 1200 meter, een waterparterre. De aanleg ten zuidoosten van het kasteel wordt bepaald door een ganzenvoet waarvan de middenas in het verlengde ligt van de tuingevel en in zuidoostelijke richting loopt. Over circa 700 meter is deze as een kanaal dat rond 1800 de hoofdbedding van de Demer zal worden. Immers, op de Primitieve kadasterkaart (rond 1820) is deze coupure al gerealiseerd. De zuidelijke lijn van de ganzenvoet ligt in het verlengde van de toegangsdreef en loopt gedeeltelijk als dreef door tot aan de boerderij in de Pannestraat in Schulen (Herk-de-Stad). De oostelijke laan wordt gevormd door de korte dreef naast een driehoekige vijver.
De tekening van Philippe de Corswarem (1759-1839), vanuit het noorden gezien, is vooral voor de gebouwen interessant, maar toont toch ook hagen rond de drie percelen bij het toegangserf, één met een doorgang voor de weg naast de gracht. Uiterst links ziet men de nog aanwezige ornamentiek op de brug over de gracht naar het park. Men herkent als toegang tot het kasteel een gemetselde boogbrug over de gracht overgaand in een houten loopbrug, allicht optrekbaar, zoals Leloup al tekende en die van hetzelfde systeem is als in De Burg in Lummen. De ronde hoektoren met bovenbouw in vakwerk is sedert Leloups tekening verdwenen, een 18de-eeuws paviljoen onder mansardetentdak is er bijgekomen en van de ommuurde binnenkoer ernaast daalt een trap af naar het water. Buiten de gracht ligt een langgerekte aanhorigheid met inrijpoort, wagenhuis en stallen.
In het Hasseltse Rijksarchief is uit de voorbereidende fase van het kadaster bij het begin van de Oranjetijd, omstreeks 1815-1820, een werkschets bewaard van P.J. Nouwen, 'kweekeling' (een landmeter in opleiding), die ook het Primitief kadasterplan tekende. Legt men deze plannen naast de Ferrariskaart en het huidig kadasterplan dan blijkt dat noch de morfologie noch het bodemgebruik veel verandering ondergingen. De oude Demer meander wordt nog als water weergegeven, maar hij draagt al een eigen kadasternummer, wat betekent dat hij begin 19de eeuw al in het privéterrein is ingesloten. Van dit goed met plaatsnaam 'Te Lauw' noteerde de kadastrale legger in 1844 als eigenaar Hendrik Willem De Fabribeckers, rentenier te Luik. Het kasteel (perceel nummer 2383 op het Primitief plan) staat op een vierkant eiland (nummer 2384, tuin) in een brede gracht, als vijver genoteerd (nummer 2382) met toegangsbrug ten westen en een brug naar de lusttuin ten oosten. Deze rechthoekige tuin (nummer 2385) in het verlengde van het kasteel en eindigend in spiegelboogvorm, is de site van de baroktuin die Leloup tekende. De laan langs het kanaal is genoteerd als 'laan als hooiland' (nummer 2370) en behoort nu tot de bedding van de Demer, wat op de werkkaart van Nouwen en bij Ferraris (1774-1775) nog niet het geval was. Het perceel nr. 2369, hooiland op het Primitief plan, was op de oudere werkschets nog twee percelen gescheiden door de kronkels van de Demer. De inname aan de Demerbedding moet dus rond 1815-1820 (datum van de werkschets) en 1828 (datum van de verzamelkaart van Lummen) gesitueerd worden.
Het kasteel is ten westen voorafgegaan door een erf met dienstgebouwen (nummer 2392) en een brouwerij (nummer 2392bis). Hooiland en weide (nummer 2386, 2388, 2390, 2400) met paviljoentjes (nummer 2391, 2396 en een getekend maar niet genummerd op perceel nummer 2386) wisselen af met haakse 'vijvers' (nummer 2387, 2389 en 2398) gevoed door de Demer. Nog ten westen liggen een omhaagde moestuin (nummer 2399), een boomgaard (nummer 2397) en een strook bos (nummer 2395) als scheiding van een hooiland (nummer 2394). Vanuit het noorden loopt langs bos (nummer 2363) en bouwland (nummer 2365) een dreef naar het kasteel, tot bij strakke vijvers (nummer 2378, 2379, 2380), omzoomd met hooiland (nummer 2377 en 2381). Ook dit gegeven stelt interpretatieproblemen: zijn het resten van twee driehoekige vijvers van een grachtenstelsel bij de burcht?
De toegangsdreef heeft een vertakking naar het oosten (nummer 2393, 9 hectare 10 are 80 centiare groot), naar een rondpunt waar meerdere dreven samen komen. Mogen we hierin een 'salle de verdure' zien, eventueel omzoomd met geleide linden zoals de tekening van het kadaster suggereert? Ten zuiden van deze dreef ligt een als lusttuinen gekadastreerd bos (nummer 2373, 2374 en 2375) dat een rondpunt omsluit, waarbij een driehoekige vijver (nummer 2372) en een boomgaard (nummer 2376) bij aansluiten. Onderling zijn ze gescheiden door omhaagde lanen, mogelijk van eveneens geknotte linden. Mogen we die interpreteren als een bosquet met een uitgespaarde ronde 'salle de verdure'?
Het is in elk geval een tuinelement dat van het midden van de 17de tot het midden van de 18de eeuw over heel Europa courant was, en waarvan het bosco uit de Italiaanse renaissansetuin het prototype zou zijn geweest. Het is bij ons vooral bekend van de etsen die Romein de Hooghe van de 17de-eeuwse vermaarde tuinen van Edingen maakte of nog van de midden 18de-eeuwse aanleg zoals op de 'Carte topographique des franches forets de Merdael, Mollendael et Heverlez appartenants à son altesse monseignr. le duc d'Arenberg, duc d'Arschot et de Croy' gegraveerd door A. Cardon te Brussel in 1769. De nis die ten noordoosten in de haag van de groene zaal is uitgespaard, schijnt dit vermoeden te bevestigen. Dat de boomgaard (nummer 2376) op de werkschets van het kadaster als hooiland is genoteerd, en de tekening van Philippe de Corswarem vooraan links evenmin bomen signaleert, wijst misschien op een gerooid bos op dit perceel, en dan is dat eveneens een aanwijzing in dezelfde richting. Oostelijk van het rondpunt van dreven ligt een complex van weiland, bos en vijvers (Carrévijver) en dichtgeslibde vijvers, in de legger genoteerd als onbestaande (Nieuwe vijver, Potvijver, Klein Laak en Laak vijver), met cen raal in het dijkenstelsel het waterparterre (nummer 2349 tot 2352 als vijvers en nummer 2352, dijk als vijver) dat Ferraris (1774-1775) al registreerde.
Het domein onderging na de vergroting van de gebouwen, kadastraal opgemeten in 1855, nagenoeg geen wijzigingen. Dat blijkt ook uit de postkaart van D. Hendrix uit Antwerpen met nog de hagen rond de vijvers, zoals de Corswarem ze honderdvijftig jaar voordien tekende en ook uit de Dépôt-kaart (opname 1870, uitgave 1878). De zwart-wit uitgave van 1911 (revisies van 1884 en 1908) noteerde een eiland in de driehoekige vijver bij het bosquet en één in de Nieuwe Vijver, op 1 kilometer ten noordoosten van het kasteel. De stafkaart met de terreinopname van 1933 geeft nagenoeg hetzelfde beeld. In 1909 en in 1957 noteerde het kadaster wel veranderingen in de configuratie van de boerderij.
Het domein het Loye vandaag
Zoals voorheen is het domein, met een nadrukkelijke impact op de vallei van de Demer, ingeplant in een bos- en waterrijk gebied, dat doorkruist wordt door dijken en dreven van 1500, 700, 550, 400 en 350 meter lengte. Het ligt ten zuiden van de dorpskern, op de noordelijke oever van de Demer en wordt begrensd door de Loyestraat, de Demer en de Schulensebaan. Het is vanaf de Loyestraat uit het noorden toegankeijk via een dreef van zomereik (Quercus robur), die uitmondt op een voorplein in gras met kiezelweg en een recente coniferen- en plantenborder aan de voet van de keermuur van de kasteelgracht. Vier rococco-voetstukken van blauwe hardsteen, vermoedelijk 18de-eeuws, staan op het erf. Dit moeten dezelfde zijn als op een foto van het oostelijk grasveld uit het begin van de jaren 1970. Men bemerkt er verder enkele snoeivormen en twee beelden op sokkels.
Ten zuidoosten van het kasteel ligt nu een landschappelijk parkje uit einde 19de-begin 20ste eeuw, geopend op de valeibeemden met positiebomen en boomcoulissen aan de rand ervan. De uitgestrekte grasvelden met schaarse bomengroepen ter hoogte van de kasteelgracht, lopen tot aan de Demer. Vier beelden op vierkante voetstukken van blauwe hardsteen (uit de 18de eeuw ?), sieren de halve cirkel in het grasveld aan de voet van de brug naar het park. Twee maal twee snoeivormen, in het gras bij het bruggenhoofd in de voormalige parterretuin, markeren de as van de ganzenvoet in het verlengde van de gekanaliseerde Demer. De oostelijke teen valt samen met het tuinpad en de dreef naar de 'salle verte' in het bosquet. De zuidelijke teen is eerst tuinpad en wordt dan over de Demer verlengd in een 700 meter lange landweg, het restant van de reeds vermelde lange eikendreef naar de eigen boerderij in de Pannestraat (zie Herk-de-Stad, Schulen). Vanaf de Demerbrug ter hoogte van de kasteelboerderij ligt er een nog schaars beplante veldweg als secundaire as.
De oude moestuinsites bleven behouden: ten noordwesten van het kasteel, langs de toegangsdreef de vijfhoekige omhaagde tuin (perceel 2394) en een tweede rechthoekige, ten westen van de boerderij, met een fruitmuur van baksteen met pannen afdekking, 26 traveeën lang en geritmeerd door lisenen. Bij de driehoekige vijver ten noordoosten van het kasteel, werd in 1828 een Mariakapel gebouwd, "Sterkapel" genaamd, vrij toegankelijk in de Meimaand.
Bomen
Het tussen haakjes vermelde cijfer geeft de stamomtrek in cm, gemeten op 150 cm hoogte.
Door de Belgische Dendrologische Vereniging werden opgemeten: een tunnel van witte paardekastanje (Aesculus hippocastanum) (217 cm), gewone haagbeuk (Carpinus betulus) (156 cm), bruine beuk (Fagus sylvatica 'Atropunicea') (182, 196, 293 cm), okkernoot (Juglans regia) (124 cm), tulpenboom (Liriodendron tulipifera) (186 cm), Weymouthsden (Pinus strobus) (254 cm), gewone plataan (Platanus x hispanica) (322 cm), zomereik (Quercus robur) (211, 228, 257, 273, 296, 230 cm, allemaal van na de tweede wereldoorlog).
Auteur: De Maegd, Christiane
Auteur: van den Bossche, Herman
Datum: 2006
Titel Text: Kasteeldomein van Loye
Eén der dreven met onderbregroeiing van rododendrons in het Looi (Pauwels, Oswald, 01-01-2004, ©Vlaamse Gemeenschap)
Kadasterarchief Limburg, Primitieve legger 1844.
Kadasterarchief Limburg, Primitief plan, s.d. door P.J. Nouwen; Verzamelplan van de gemeente, 1828, door G. Questienne en H.A. Neven.
Kadasterarchief Limburg, Opmetingsschetsen van 1855, 1909, 1957.
Rijksarchief Hasselt, Kadasterplannen, nr. 438.
Archief Provinciaal Centrum Cultureel Erfgoed, nr. 78/664.
Provinciale Bibliotheek Limburg, Hasselt, Dienst Documentatie.
Onroerend erfgoed Limburg, fiche inventarisatie, 1976.
Adel en kastelen van Limburg, Tentoonstellingscatalogus, Hasselt, 1954, s.p.
Met Le Loup op reis. Limburg met een 18de-eeuwse bril bekeken, Tentoonstellingscatalogus, Gent, 1993, 72.
Facsimilé des dessins complémentaires et restés inédits de Remacle Le Loup, Luik, 1903.
DE BORCHGRAVE d’ALTENA J. 1932: Décors anciens d'intérieurs mosans, deel 2: 1650-1780, Liége, 102.
DE SAUMERY P.L. (?) 1877: Les Délices du païs de Liège, (Liège, 1744), Anastatische herdruk, Brussel, 4, 214.
JELLICOE S. en G., The Oxford companion to Gardens, Oxford, 1986, p. 63.
SCHLUSMANS F. met medewerking van GYSELINCK J., LINTERS A., WISSELS R., BUYLE M. & DE GRAEVE M.-Ch. 1981: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Limburg, Arrondissement Hasselt, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 6N2 (He-Z), Brussel - Gent, p. 612-616.
Informatie verkregen van Philippe de Spoelberch.
Datering: 17de eeuw, 18de eeuw, vierde kwart 19de eeuw, vóór WO I,
Typologie: afsluitingshagen, dreven, fruitmuren, grachten (infrastructuur), moestuinen, private parken, standbeelden, tuin- en parkbeplantingen, vijvers, voetstukken, walgrachten