Identificatie en beschrijving
Titel Kasteeldomein Keienheuvel
Provincie Limburg
Gemeente Heers
Deelgemeente Klein-Gelmen
Bron Schepping: 2014-02-24
Bijwerken: 2017-05-30
URI: https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/134328
Locatie Steenweg 35-37 (Heers)Steenweg
Coördinaten Breedte: 5.27610771818
Lengte: 50.7615805459
label.localisation [50.7604096405,5.27692238623], [50.7603710238,5.27690548198], [50.7609905317,5.27583963292], [50.7614766254,5.27500193786], [50.7615259235,5.27503279575], [50.7615747572,5.27494953813], [50.7621238005,5.2751873498], [50.7626527355,5.27558353923], [50.7626188058,5.27566705682], [50.7624534909,5.27607396696], [50.762026766,5.27712531006], [50.7617280184,5.27667557514], [50.7616111112,5.27654383881], [50.761599044,5.27653024147], [50.7615714769,5.27659773756], [50.7615280211,5.27655346928], [50.7615012001,5.27661891952], [50.7614726537,5.27658984212], [50.7613334247,5.27692877489], [50.7612162864,5.27721396207], [50.7605667259,5.27697617638], [50.7604096405,5.27692238623]

Primaire tekst

Kasteel met parkje in landschappelijke stijl met volwassen bomen en op een hoogte gelegen alleenstaand huis van 1904.

Op een site die op de Primitieve kadasterkaart Kaijaert heet en toebehoorde aan de kerkfabriek van Ordingen (Sint-Truiden), verschijnt in 1904 een nieuwbouw ten noorden van de steenweg naar Luik, op een groot stuk land dat pas in 1878 was ontstaan na samenvoeging van kleinere percelen. Het is de nog bestaande villa Keienheuvel, geïnspireerd op de oude plaatsnaam. Het huis met op de oostelijke perceelsgrens een alleenstaand dienstgebouw, is een ruime villa met complexe plattegrond en gearticuleerd volume. Het telt twee bouwlagen op een gelijkvloerse kelderverdieping, heeft een op arduinen zuilen gedragen open portaal aan de voorgevel, een uitspringende houten erker in de westergevel en een recentere uitbouw in de oostelijke hoek. Het combineert eclectische elementen (kordons, middenstijl, middenkalf, sluiten hoekstenen van natuursteen) met andere in art-nouveau: het houtwerk (met grotendeels vernieuwde ramen), de houten leuningen, de hoefijzervormige ramen en hun glas-in-lood. In de sterk verbouwde en uitgebreide aanhorigheid (voormalig wagenhuis, sedert 1973 horecafunctie) wijzen het zwart pannen schilddak, kordons, hoekstenen en trapgevels nog op de oorspronkelijke eclectische bouwstijl.

Door de inplanting van het huis is het parkje verdeeld in een kleinere voortuin en een ruimere achtertuin, met een sterk reliëfverschil op de westelijke perceelsgrens. De stijgende oprit, nu in grijze steenslag, vertrekt vanuit de westelijke hoek, vervoegt het rondpad rond het huis en eindigt bij het nu verbouwde dienstgebouw. Hij haakt ook op de rondweg in die de beide delen van het parkje verbindt. Vanaf de steenweg wordt de oprijlaan begeleid door twaalf gewone esdoorns met purperrode bladonderzijde (Acer pseudoplatanus 'Purpu­reum') (285 cm) met zeer mooie, geschilferde stam en door een gewone plataan (Platanus x hispanica) (325 cm). In de oostelijke hoek van de bomenrand aan de steenweg is een bijkomende voetgangerstoegang voorzien uit de bouwperiode, uitgerust met trappen en een sierlijke leuning van smeedijzer, op een bakstenen fundering met treden van beton met ijzeren neus; de handgreep, gesteund door met krullen versterkte stijlen, eindigt op een krul.

De voortuin, een combinatie van bomen en struiken, heeft een grasveld met een oude gewone taxus met gevorkte stam (Taxus baccata) en een massief van taxus met geel jong blad (Taxus baccata 'Aurea') en een geënte bontbladige cultivar van gewone esdoorn (Acer pseudoplatanus 'Leopoldii') typisch voor de aanlegperiode. De beplanting en de dichte begroeiing links en rechts laat een open doorzicht toe op het landschap ten zuidwesten. Aan de voet van het huis zijn bloemperken uitgespaard voor struiken (onder meer hulst) en éénjarigen, afgeboord met rotsstenen.

Het parkje achteraan, met gevarieerde boomsoorten, heeft eveneens een afgerond grasveld met twee grote, rechthoekige plantenbedden tegenover het huis en een mooie, brede gordel van volwassen bomen. Daarin loopt het wandelpad en overheersen beuk, tamme kastanje en zomereik, dikwijls ongeveer op rij geplant, evenwijdig met de perceelsgrenzen. Het rondpad wordt begeleid door taxus, hazelaar en hulst en heeft op de westelijke zijde een aftakking naar het huis, begeleid door een zestal bomen op rij, slechts twee gewone robinia (Robinia pseudoacacia) uit de aanlegperiode. Ook hier moet er ter hoogte van de fijnspar (Picea abies) aanvankelijk een doorzicht zijn geweest naar het landschap, dat nu is dichtgegroeid. De onderbegroeiing bestaat naast klimop, uit voorjaarsbloeiers als aronskelk, narcis en meiklokje. De doorgeschoten meidoorn en haagbeuk aan de randen zijn vermoedelijk overblijfsels van de oorspronkelijke geschoren hagen.

Ten oosten van het voormalig dienstgebouw strekt zich nu een omhaagd grasveld uit, een voormalige boomgaard met op de perceelsgrens zijn meidoornhaag. Door de verbreding van de steenweg in 1958 is vermoedelijk de begrenzing hier gewijzigd.

Bomen
(De tussen haakjes vermelde afmetingen werden gemeten op 150 cm hoogte)

Naast de reeds vermelde gewone esdoorns met purperrode bladonderzijde (Acer pseudoplatanus 'Purpu­reum') (285 cm), de gewone plataan (Platanus x hispanica) (325 cm) en de gewone robinia (Robinia pseudoacacia) (260 en 192 cm) werden ook enkele exemplaren opgemeten. Op het talud langs de Luikersteenweg: een groepje van zes gewone beuken, waarvan slechts één echt vitaal exemplaar (Fagus sylvatica) een zomereik (Quercus robur) (230 m); een groepje van drie gewo­ne beuken (Fagus sylvatica) (228 m); langs het gazon respectievelijk in de voortuin en in de achtertuin: (Aesculus pavia) (176 cm met schimmelinfectie en 270 cm); een geënte bontbladige cultivar van gewo­ne esdoorn vertakt op 250 cm (Acer pseudoplantanus 'Leopoldii') (177 cm); meerdere hulsten (Ilex aquifolium 'Ferox Argentea') (47 cm) en gele beshulst (Ilex aquifolium 'Bacciflava') (42 cm); een groepje van zeven bruine beuken bij het bijgebouw, links en rechts van het wandelpad (Fagus sylvatica 'Atropunicea') (maximaal 377 cm); een moeraseik achter het bijgebouw (Quercus palustris) (200 m); in de achtertuin, zwarte okkernoot (Juglans nigra) (omtrek 340 cm); gewone trompetboom (Catalpa bignonioides) (210 cm), op de perceelsgrens, een grootbladige linde (Tilia platyphyllos) (245 cm), in een kleine dreef een geknotte tamme kastanje (Castanea sativa) (230 m); gewone robinia (Robinia pseudoacacia) (192 cm en 260 cm), gewone okkernoot (Juglans ­ regia) (180 cm), ter hoogte van de inrit een rode bastaardpaardekastanje (Aesculus x carnea) (320 cm).

Auteur: De Maegd, Christiane

Auteur: Van den Broeck, Myriam

Datum: 2007

Titel Text: Kasteeldomein Keienheuvel

Grafische documenten

Het wandelpad in de bomengordel van het kasteel Keienheuvel te Klein Gelmen (Vlaamse Gemeenschap, 01-01-2007, ©Vlaamse Gemeenschap)

Bibliografie

Hasselt, Archief van het Kadaster, Verzamelkaart van Klein Gelmen, op het land geëindigd 6 maart 1830 door A.J. Modave. Opmetingsschets 1904nr. 2, 1878 nr. 5. Opmetingsschets 1973 nr. 4, uitbreiding.

PAUWELS D., SCHLUSMANS F. met medewerking van MUYLDERMANS E. & ROMBOUTS J. 1999: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Limburg, Arrondissement Tongeren, Kanton Borgloon, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 14N4, Brussel - Turnhout, p. 286.

VANDEVELDE S., Enige kanttekeningen bij de modernisering van de rijksweg Luik-Sint-Truiden en de sloping van enkele oude gebouwen, in Limburg, 1958, p. 30-40.