Identificatie en beschrijving
Titel Siertuin van de hoeve Wermerbos
Provincie Limburg
Gemeente Kortessem
Deelgemeente Vliermaalroot
Betrokken personen Nolens
Functie van de auteur Ontwerper
Bron Schepping: 2014-02-27
Bijwerken: 2017-05-30
URI: https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/134382
Locatie Gauwerstraat 95 (Kortessem)Gauwerstraat
Coördinaten Breedte: 5.41534159918
Lengte: 50.8720432755
label.localisation [50.8719191352,5.41675178089], [50.8710926677,5.41536496152], [50.871567817,5.41469496389], [50.8718166561,5.41434359445], [50.8720518356,5.41401166784], [50.8723447013,5.41455043839], [50.8724703034,5.41478142519], [50.8727117723,5.41454099505], [50.8728701667,5.41474415627], [50.8731257481,5.41487673467], [50.8730997187,5.41492346979], [50.8728032703,5.41538999665], [50.8719300409,5.4167687897], [50.8719191352,5.41675178089]

Primaire tekst

Recente, geslaagde tuin op een omgracht, 2 hectare groot goed van middeleeuwse oorsprong.

De naam Wermerbos is allicht te danken aan Hugo van Vliermaal die ook van Werme werd genoemd toen hij het hof ten Bossche in 1365 verhief. In 1371 al heet het goed hof van Wermerbos. Van deze middeleeuwse oorsprong getuigt het overblijfsel van de 14de-eeuwse donjon die in de mooie, uitgestrekte tuin is geïntegreerd.

Op het Primitief kadasterplan van 1810 is het een vierkant goed met binnen de grachten (perceel nr. 28) verschillende gebouwen in los verband (perceel nr. 32, 33 als huizen en 37 de donjon als gebouw) geschikt rond drie erven (nr. 35 als weide en deel van 32 en 33), met boomgaarden (nr. 29 en 30) en verschillende perceeltjes tuin (nr. 31, 34, 36, 38). Een vijfde tuintje (nr. 40) ligt buiten de gracht. Bij het goed horen ook twee rechthoekige poelen (nr. 41), hooilanden (nr. 23 en 24), een klein en twee enorme percelen bouwland (nr. 25 en 42), een bosje (nr. 26) en een rechthoekig perceel lustgrond (nr. 27). Het behoort dan toe aan douarière barones de Schrieber uit Vliermaal Root, een dochter uit de familie de Fraipont, die Wermerbos tot 1966 en sedert minstens het begin van de 18de eeuw bezat. Het kadaster beschrijft het kasteel, als een met stee­nen goed doortimmerd, verwijderd gelegen buitenhuis, zijnde met pannen gedekt, hebbende 7 van verschei­dene grote hebbende beneden plaetsen en evenzoveel bovenplaetsen. Bevindt zich in eenen middelmatigen staat. Deze belabberde toestand verergerde nog, want in 1857 en 1889 noteert het kadaster achtereenvolgende slopingen, tot er naast de donjon nog slechts twee gebouwen overbleven. Behalve de vermelde lustgrond, waarover geen gegevens zijn, en de moestuintjes bezat Wermerbos geen tuinen, getuige de Ferrariskaart (1774-1775) en de Dépot, de ICM- of de stafkaarten.

De huidige eigenaars kochten het 2 ha groot goed in 1981, bouwden een nieuwe woning vertrekkend van een overgebleven constructie en legden daarbij nieuwe tuinen aan waarin de donjon een plaats kreeg en de door een bron gevoede grachten behouden bleven; ze zijn voorzien van een sluisje en met de Mombeek verbonden. De structuur van de tuinaanleg is een ontwerp van landschapsarchitect Nolens, de plantenkeuze gebeurde door de eige­nares. Het geheel is omhaagd met geschoren taxus, die naar het westen een doorzicht op het landschap open laten, tenminste zolang de maïs niet volgroeid is. De grachten kregen een nieuwe beschoeiing en nieuwe houten bruggen en de boorden werden met waterminnaars beplant. Terrassen voor ontspanning en voor de opstelling van kuipplanten, onderbroken door omhaagde vakken met bloemen, werden rond het huis aangelegd. Ruime grasvelden werden ingezaaid, de bron werd van een waterbekken voorzien van waaruit een dun waterloopje kronkelend in het gras naar de gracht vertrekt en aan de rand werd een lange, afgetakte bersauw gebouwd, begroeid met beuk aan de binnen- en met klimrozen aan de buitenzijde. In het ouder bosperceel over de grachtarm, waar alle bomen zoals els, zomereik en es behouden bleven, werd een bakstenen wandelpad gecreëerd en een onderbegroeiing aangeplant van uiteenlopende bloeiende struiken en planten, waarin de Japans geïnspireerde gesculpteerde vormen van de lonicera nitida een belangrijke plaats innemen, het geheel met een verbazingwekkende weelde als resultaat. In de zuidwestelijke hoek staan een paar oudere haagbeuken (190 cm), mogelijk voormalige geriefbomen, samen met de restanten van linde en een oude meidoornhaag. Jongere aanplantingen zijn een jonge catalpa (Catalpa bigno­noides) als lichtpunt in een donker groepje dennen, een groepje moeraseik (Quercus palustris) naast Italiaan­se populier.

Auteur: De Maegd, Christiane

Auteur: Van den Broeck, Myriam

Datum: 2007

Titel Text: Tuin van hoeve Wermerbos

Grafische documenten

Het bosperceel over de gracht van Wermerbos (Vlaamse Gemeenschap, 11-06-2007, ©Vlaamse Gemeenschap)

De tuin van Wermerbos in Vliermaalroot Kortessem (Vlaamse Gemeenschap, 11-06-2007, ©Vlaamse Gemeenschap)

Bibliografie

Hasselt, Archief van het Kadaster, Primitief plan van sectie A door Neven, herzien 1841 door Lecluyse. Eigenaarslegger en Bundel Stukken Voorbereidend tot de Schatting.

Hasselt, Archief van het Kadaster, Opmetingsschets 1857 nr. 1; 1889 nr. 1.

DOPERE F. e.a., De donjon in Vlaanderen. Architectuur en wooncultuur, Brussel, 1991.

PAUWELS D., SCHLUSMANS F. met medewerking van MUYLDERMANS E. & ROMBOUTS J. 1999: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Limburg, Arrondissement Tongeren, Kanton Borgloon, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 14N4, Brussel - Turnhout, p. 429.

VANAUDENAERDE J., Van Werme Ten Bossche, (onuitgegeven), 1995.