Identificatie en beschrijving
Titel Kasteelpark Lobos
Provincie Limburg
Gemeente Halen
Deelgemeente Zelem
Bron Schepping: 2016-08-18
Bijwerken: 2017-05-30
URI: https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/303191
Locatie Lobosstraat 1, 2 (Halen)Lobosstraat
Coördinaten Breedte: 5.10712234934
Lengte: 50.9833162992
label.localisation [50.9852954987,5.10653864057], [50.9849855462,5.10731156491], [50.9850081779,5.1074039033], [50.9842951284,5.10786635605], [50.9839909984,5.10805267852], [50.9839010885,5.10810775505], [50.9838556848,5.10813557143], [50.9831573544,5.10856339589], [50.9830453548,5.10863201005], [50.9828524544,5.10875018479], [50.9825603793,5.10892912144], [50.9825009562,5.10896552638], [50.982497831,5.10896744113], [50.9824646864,5.10898774529], [50.9819608687,5.10929637892], [50.9819289057,5.1093159667], [50.981926458,5.10931746738], [50.9819531552,5.10920370445], [50.9821707197,5.10827672163], [50.9807502505,5.10894934324], [50.9807147668,5.1087045548], [50.9822313373,5.10801786422], [50.9825498199,5.10659129312], [50.9830750801,5.1042382547], [50.9831314837,5.10428951179], [50.9831607984,5.1043269716], [50.9831797118,5.10436292913], [50.9831940402,5.10439330312], [50.9833049291,5.10469437117], [50.9835044692,5.10522986894], [50.9836736973,5.10567891726], [50.9837757336,5.10594765203], [50.9838029273,5.10601927345], [50.9838460359,5.10613187696], [50.983873533,5.10622959397], [50.9838871875,5.10632142558], [50.9839011639,5.10643777154], [50.9839830891,5.10644015872], [50.9845826717,5.10636794318], [50.9846126427,5.10643814327], [50.9846148745,5.1063904681], [50.9852102207,5.10634438859], [50.9852954987,5.10653864057]

Primaire tekst

Dendrologisch interessant parkje in landschappelijke stijl met pittoresk karakter, uit het einde van de 19de eeuw, nu bij een buitenhuis met uitzicht uit dezelfde periode, maar met oudere kern en ouder neerhof. De site is van feodale oorsprong en volgde de neerhof-opperhof­structuur. Inrijhek en boogbrug over de vijver.

Het Lobos weleer

Het Lobos of kasteel van Zelem kreeg nog niet veel aandacht van historici, hoewel het een domein met feodale oorsprong is. Eustachius van den Bogaerde, heer van Lobos, en zijn echtgenote Johanna van Vlaanderen worden in 1330 vermeld als begiftigers van de pas gestichte kartuizerij van Zelem. De heerlijkheid Zelem, afhankelijk van het graafschap Loon, had zijn zetel in het kasteel van Lobos, dat in 1456 tijdens grensgeschillen tussen het Loonse of Luikse Herk en het Brabantse Halen door de hertog van Kleef werd verwoest. Verder vonden we in de literatuur een portret van Steven van Geloes, heer van Beverst en Lobos (1493-1581) die ook kasteelheer en schout van Kuringen was en de hoogste ambten in Hasselt bekleedde.

Een kaart van landmeter J.B. Joris uit Leuven gedateerd 10 augustus 1769 toont het kasteel aan het einde van een rechte dreef uit het zuidoosten en beschermd door een bomenrij. Ook Ferraris (1771-1775) geeft deze configuratie en toont gebouwen in los verband gelegen binnen een vijfhoekige omgrachting of motte. Het goed lag op de grens tussen het prinsbisdom Luik en het land van Diest. Het Primitief kadasterplan uit 1828 kent het ook als kasteel maar geeft als 'huis' perceel 1017 op. Het is een L-vormig gebouw tegenover een losstaande westervleugel met een tweede 'huis'. Het goed is omgeven door grachten en vijvers (perceel 1008, 1010, 1013 in weide omgezet, 1015, 1018), dreven, hooiland (perceel 1001 tot 1004), bouwland (perceel 1005 tot 1007 en 1021) en recht­ hoekige tuinen (1011, 1020). Mogen we dit grachtensysteem, bestaande uit een grote L- en kleinere U-vorm en twee vijvers, ten zuiden van de Zwartebeek, interpreteren als behorend tot een oude neerhof-opperhofstructuur, waarvan het opperhof op perceel 1019 of 1011 verdween en enkel het neerhof overbleef? Het gebruik van perceel 1020 als tuin maakt dit voor 1019 plausibel. De kadastrale legger noteerde het geheel als een buitengoed van ongeveer 35 ha met als eigenaar in 1844 ridder Lambertus Lepage, 'doctoor bij het leger' uit Leuven (het register van eigenaars van de Atlas des communications vicinales van de gemeente Zelem, uit 1845 geeft echter Jean Baptiste Lepage, medecin uit Luik als eigenaar op. Mogelijk is Jean Baptiste zoon/erfgenaam van de ridder).

De spoorwegbedding van de lijn Hasselt-Diest, die op de kadastrale opmetingsschets van 1864 verschijnt, verstoort de morfologie van de site: ze doorkruist het Lobosgoed in de zuidelijke punt van oost naar west, snijdt een deel van de omwalling af en verdeelt de toegangsdreef in twee. In 1885 wordt een tweede maal in de site ingegrepen, ten eerste door een demping van het grachtenstelsel, die nog slechts de noordelijke arm en de versmalde oostelijke arm laat bestaan; vervolgens werd de landschappelijke vijver (perceel 1015), mogelijk een verwijzing naar een vroeg-landschappelijke aanleg van vóór 1828, gedempt, en een nu verdwenen verbinding tussen het huis en het neerhof gerealiseerd; en tenslotte wordt de omhaagde moestuin aangelegd, aansluitend bij de westelijke vleugel en deels op de site van de gedempte vijver. Deze werkzaamheden gingen mogelijk gepaard met de parkaanleg die nog bestaat en die we dus kort voor 1885 situeren. Naderhand werd de haakse vleugel van het huis gesloopt en vervangen door een uitbreiding in het verlengde van het huis, de verbinding werd weer afgebroken en tegenover het neerhof kwam een parallele dienstvleugel (bij een tweede bezoek in februari 2000 weer verdwenen).

De toestand op de Dépot-kaart (terreinopname 1870, uitgave 1878) verschilt weinig van wat op het Primitief kadasterplan te lezen was. De spoorlijn onderbreekt reeds de toegangsdreef tot het domein maar een parkaanleg is nog niet genoteerd. De bebouwing bestaat uit een L-vormige vleugel met ertegenover een neerhof. Dat heeft tot vandaag een achtergevel met een vakwerkstructuur met bakstenen vullingen. Het grachtenstelsel is dan nog aanwezig, zij het met een verlandschappelijkte lijnvoering, evenals de vierkante, omwalde tuin ten oosten van de dreef, over de spoorweg. De kaart uitgegeven in 1896 door het ICM (terrein­opname 1884) verschilt er niet van, maar op de stafkaart van 1951 (revisie van 1933) wordt op enkele punten na de huidige toestand weergegeven.

Het goed vandaag

Het Lobos, nu circa 28 ha groot, ligt ten noordoosten van de dorpskern, op de zuidelijke oever van de Zwartebeek, in zeer natte valleigronden. Bij het controlebezoek in 2001 bleken er sedert het eerste bezoek van 1995 herstel- en onderhoudswerken uitgevoerd, die het goed van een langzame aftakkeling redden. Het fraaie giet- en smeedwerk van inrijhek, brugleuningen, poortjes en balkons, dat het domein een specifiek karakter verleent, bleek hersteld, teruggeplaatst en witgeschilderd. Het Lobos is vanaf het zuiden bereikbaar via een gekasseide toegangsdreef van Amerikaanse eik, onderbroken door de spoorlijn. In de as ligt het smeedijzeren toegangshek tussen vierkante pijlers van baksteen met uitspringende sokkel en geprofileerde dekplaat, uit de laatste jaren van de 19de of de eerste jaren van de 20ste eeuw. Het wit geschilderde poorthek is een spijlenhek met gebogen beloop naar de hogere makelaar, versierd met krulwerk en met ronde spijlen en onderspijltjes.

De dreef eindigt op een voortuin met ten oosten het neerhof, ten noorden het herenhuis, centraal een beboomd ovaal grasveld met een rondweg en een bomengordel en ten westen de moestuin en boomgaard. Vanaf de rondweg leidt een klein bordes met trappen, leuning en balusterbalustrade van blauwe hardsteen naar de voordeur van het herenhuis. Dat heeft ongetwijfeld een oudere kern, maar werd einde 19de eeuw uitgebreid, aangepast en bepleisterd. Het telt zeven traveeën en twee bouwlagen op een verhoogde kelderverdieping en heeft een kunstleien schilddak met dakkapellen. De iets hogere vierkante toren ten westen, met gietijzeren nokversiering ter afwerking van het hoge schilddak, kan een oudere kern bezitten, evenals de lagere dienstvleugel ten oosten. De vooruitspringende uitbouwsels op de voorgevel zijn recenter.

Een gietijzeren trap met geajoureerde aantreden en elegante spijltjes uit rond 1900, bedient de toegang tot de toren. In deze periode werd aan de drie middelste traveeën van de parkgevel een fraai, door vier zuiltjes gedragen balkon van giet- en smeedijzer toegevoegd, zodat onderaan een beschut terras ontstond en het buitenhuis-karakter versterkt werd. De neerhofvleugel, waarvan de achtergevel zijn vakwerkstructuur nog toont, ligt aan een smal, gekasseid erf. Het is een langgestrekt, witgekalkt gebouw met boerenhuis, stal en schuur onder een kunstleien zadeldak, en een haakse, lagere varkensstal. De parallele vleugel met machineberging werd bij de jongste onderhoudswerken gesloopt.

Ten noorden van het huis strekt zich een fraai parkje uit met een ruim grasveld met solitaire bomen, boomgroepen en groengordel en een brede L-vormige waterpartij aan de noord- en oostzijde, als overblijfsel van de oude wal. Ten noorden van het parkje ligt een weiland met alleenstaande bomen, de overtuin van het park, getuige de rechte plankenbrug over de Zwartebeek, met een fraaie leuning van gietijzer. De spijlen zijn met de onderregel en met de handgreep verbonden door gespiegelde C-motieven. De brug is afgesloten met een vermoedelijk recenter, eenvoudig hek met vierkante regels, makelaar en stijlen, maar ronde spijlen, tussen zuilen met eikelbekroning. Er ligt een tweede fraaie boogbrug uit 1885 over de vijver, eveneens met een uitgewerkte gietijzeren leuning. Samen met de merkwaardige bomen bepalen deze witgeschilderde, kleine parkelementen van giet- en smeedijzer de sfeer in tuin en park.

Bomen In de bomengordel staat Amerikaanse eik (Quercus rubra), bruine beuk (Fagus sylvatica 'Atropunicea'), Canadapopulier (Populus x canadensis), gewone es (Fraxinus excelsior), gewone esdoorn (Acer pseudoplatanus), zwarte els (Alnus glutinosa), zomereik (Quercus robur). In het park: gewone esdoorn met purperrode bladonderkant (Acer pseudoplatanus 'Purpureum') (81cm), treurberk (Betula pendula 'Youngii') (jongere exemplaren), gewone beuk (Fagus sylvatica) (329 cm), ­ varenes (Fraxinus excelsior 'Asplenifolia') (205 cm), Remont fijnspar (Picea abies 'Remontii') (?) (113 cm, hoogte 10-12 m, kruindiameter 7,5 m), fijnspar (Picea abies) (15 0cm en 234 cm, gevorkt op 50 cm), blauwe spar (Picea pungens) (101 cm), Kaukasische spar (Picea orientalis) (146 cm), wingerdbladige grootbladige linde (Tilia platyphyllos 'Vitifolia') (centrale stam 177 cm, drie zijstammen van 127 cm, 114cm en 98 cm op een voet van 330 cm, en totale omtrek 420 cm), zeer mooi exemplaar en mogelijk Belgisch kampioen.

Auteur: De Maegd, Christiane

Auteur: van den Bossche, Herman

Datum: 2003

Titel Text: Parkje bij kasteel Het Lobos

Grafische documenten

De gekasseide toegangsdreef naar het inrijhek van het Lobos. (Pauwels, Oswald, 01-01-2003, ©Vlaamse Gemeenschap)

De herstelde brug over de verlandschappelijkte grachtarm in het Lobos. (Pauwels, Oswald, 01-01-2003, ©Vlaamse Gemeenschap)

Bibliografie

Algemeen Rijksarchief Brussel, ARAB, Kaarten en Plannen, nr. 337.

Kadasterarchief Limburg, Primitief plan, 1828, J.A. Modave.

Kadasterarchief Limburg, Legger Halen, 1844.

Kadasterarchief Limburg, Mutatieschets, zonder jaartal.

Kadasterarchief Limburg, Oorspronkelijke Aenwijzende Tafel.

Adel en Kastelen van Limburg, Tentoonstellingscatalogus, Hasselt, 1954, s.p.

ENCKELS R. s.d.: Beknopte geschiedenis van Herk-de-Stad, Herk-de-Stad, 9-10.

VAN DER EYCKEN M. 1984: Het karthuizerklooster te Zelem in: HENDRICKX F. (red.), De karthuizers en hun klooster te Zelem, Tentoonstellingscatalogus, Diest, 41-65.

VRANCKEN J. 1962: Het oude Zelem, Eigen schoon en de Brabander, 1.

VRANCKEN J. 1964: Het oude Zelem, het kartuizerklooster St.-Jansdal te Zelem, Eigen Schoon en De Brabander, 383-392.