In de late jaren 1950 aangelegde begraafplaats met toegangshek, mooie lanen van schijncipres, een hagentuin rond een Christusbeeld en enkele volgroeide bomen.

De deels ommuurde, deels met liguster en schijncipres omhaagde begraafplaats, werd ingericht in de jaren 1950 als vervanging van het kerkhof en werd later uitgebreid. De toegang, beschaduwd door een geënte treurbeuk (Fagus sylvatica ‘pendula’)(209 cm stamomtrek, standaard gemeten op 150 cm hoogte), ligt in de as van de Schepenenlaan en gebeurt tussen gemetselde vierkante hekpijlers met een groen geschilderd hek van bandijzer met een kruis op de makelaar. In de as van het hek ligt een brede, in rode steenslag gelegde laan van meerstammige levensbomen (Thuya)(218 cm), een boomsoort die ook voor de andere oude lanen werd aangehouden. Deze rechte laan eindigt bij een overluifelde Christus aan het kruis op een lichte verhoging, beplant met in cilindervorm gesnoeide schijncipres. Het wordt omringd door twee niet gesloten kringen van laag gesnoeide hagen van haagliguster en taxus, het geheel in de schaduw van een gewone beuk (Fagus sylvatica)(320 cm).

Tegen één van de muren groeien nu leilinden, maar volgens de doodgraver bestond de aanvankelijke beplanting naast haagliguster uitsluitend uit coniferen, Taxus baccata ‘Fastigiata’, Chamaeciparis en Thuya, als solitairen geplant of in een rij van 3 à 4 exemplaren.

De keuze voor paden in rode steenslag en voor gesnoeide taxus en coniferen werd ook in de uitbreiding van de begraafplaats naar het zuiden aangehouden, maar het groene karakter is door het intensiever gebruik van de bodem minder sterk aanwezig. De omheining bestaat daar uit een met klimop begroeide draadafsluiting. Het oudste deel, rechts van de toegang, is nu deels ingericht als parking.

Auteur: De Maegd, Christiane

Auteur: Van den Broeck, Myriam

Datum: 2017

Titel Text: Begraafplaats