Identificatie en beschrijving | |
---|---|
Titel | Restant van de villatuin Nicolaï |
Provincie | Limburg |
Gemeente | Alken |
Deelgemeente | Alken |
Betrokken personen | Nolens, Bernard |
Functie van de auteur | Ontwerper |
Bron | Schepping: 2013-10-01 Bijwerken: 2017-05-30 URI: https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/134260 |
Locatie | Steenweg 194 (Alken)Steenweg |
Coördinaten | Breedte: 5.27688151565 Lengte: 50.882927051 |
label.localisation | [50.8826409738,5.27786220326], [50.8822717634,5.27717333203], [50.8826971255,5.27658062486], [50.8831216053,5.27601974806], [50.8832128263,5.27590518052], [50.8834813679,5.27640119817], [50.8835848048,5.276589886], [50.8835015449,5.2767072257], [50.8829738163,5.27742481749], [50.8826409738,5.27786220326] |
In twee fasen aangelegde siertuin bij de in 1938 gebouwde en in 1957 uitgebreide fruitkwekers-villa.
In 1938 liet fruitkweker Nicolaï op een tot dan onbebouwd perceel omringd door zijn boomgaarden, naar ontwerp van architect Petermans (Sint-Truiden) een villa bouwen, die hij in 1957, het jaar waarin hij op laagstamteelt overging, liet uitbreiden. De eerste tuinaanleg eveneens door Petermans getekend, werd in 1958 aangepast en vernieuwd door tuinarchitect B. Nolens (Hasselt). De eerste aanlegfase, uit de bouwperiode van het huis, bleef in de voortuin en links van het huis bewaard; de nieuwe tuinaanleg situeert zich rechts en achteraan. De villa, een 'klassiek', witgeschilderd huis met hoog pannendak en geleed volume met erkers, terrassen, balkon en vensters die de horizontaliteit beklemtonen, is ingeplant op een lichte verhoging.
Twee oprijlanen in Maasgrind, waarvan de inrit aangegeven wordt door lage, vierkante pijlers van breuksteen lopen in rechte lijn verder naar de achtergelegen fruitplantages. De beide perceelsgrenzen zijn beplant met een gevarïeerde struiken- en bomenrand. Links: treurberk met gekroesd blad (Betula pendula 'Crispa' ), gele kornoelje (Cornus mas), gewone moerascipres (Taxodium distichum), gewone trompetboom (Catalpa bignonioides), hulst (Ilex aquifolium), dwergiep (Ulmus pumila), veder esdoorn (Acer negundo), zwarte els (Alnus glutinosa). Rechts: Amerikaanse eik (Quercus rubra), hulst (Ilex aquifolium), taxus (Taxus baccata), linde (Tilia x), vederesdoorn (Acer negundo) witte paardekastanje (Aesculus hippocastanum). De bruine beuk (Fagus sylvatica 'Atropunicea') en de zomereik (Quercus robur) werden pas in 1941 geplant. Rozen aan de voet van deze bomen en een betegeling van breukstenen van blauwe hardsteen betrekken de aanpalende linker boomgaard bij de tuin.
De voortuin, met enkele oudere bomen op de perceelgrens, is een ruim grasveld met twee rozenbedden van eenzelfde soort per bed, die van de straat gescheiden wordt door een vierkante, geschoren haag van bruine beuk (Fagus sylvatica 'Atropunicea'). Daarachter loopt een smal pad met ronde uitsparingen in het gras voor zes bolacacia's (Robinia pseudoacacia). Een breder pad scheidt het grasveld van het gevelbreed terras, toegankelijk via trappen van breuksteen; aan de voet ervan ligt een brede border beplant met struiken, voornamelijk coniferen en bloemen en met een lage keermuur van breuksteen, begroeid met muurplanten. Links van het huis, in het verlengde van de halfronde erker, ligt er een rozentuin met klimoprand en geschoren laurierhaag en een rode berberis (Berberis thunbergii 'Atropurpurea' ).
De achtertuin heeft een meer uitgesproken architectuur en wordt achteraan begrensd door een paardenstal met geïntegreerde hondenren, onder plat dak, en een even hoge bakstenen muur met leiperen, in het verlengde. In het gazon met omlopend pad (bakstenen, flagstones en tegels) ligt, als belang rijkste attractiepunt van de hele tuin en in de as van het huis, een lang smal waterbekken met fontein. Het is afgeboord met blauwe steen, heeft als bruggetje langwerpige stapstenen die in het gras verder worden gezet en loopt door tot de bloeiende struiken aan de voet van het met trappen toegankelijk terras van de achtergevel. Links en achteraan op het gazon zijn er drie massieven van strak geschoren struiken, respectievelijk cipres, laurier en taxus, elk met eigen lengte en hoogte, en stroken met rozen. Op de rechterzijde loopt er een smal aarden pad, tussen rododendrons, een hazelaar, twee gewone haagbeuken (Carpinus betulus) en twee oudere bruine beuken (Fagus sylvatica 'Atropunicea') (240 cm). Tenslotte wordt de verbreding die het perceel ter hoogte van de achtergevel van het huis vertoont, opgevangen door een haag van bruine beuk die het beloop volgt.
Auteur: De Maegd, Christiane
Auteur: Van den Broeck, Myriam
Datum: 2007
Titel Text: Villatuin Nicolaï
Villatuin Nicolaï bomen en hagen (Vlaamse Gemeenschap, 01-01-2007, ©Vlaamse Gemeenschap)
Mondelinge mededeling van mevrouw Nicolaï-Grisar over tuinarchitect Nolens.
Hasselt, Archief van het Kadaster, opmetingsschets nr. 8, 1941 en opmetingsschets 20, 1961.
Datering: na WO II,
Typologie: afsluitingshagen, tuin- en parkbeplantingen, villatuinen