Identificatie en beschrijving
Titel Restant van een herenboerenparkje
Provincie Limburg
Gemeente Heers
Deelgemeente Vechmaal
Bron Schepping: 2014-02-25
Bijwerken: 2017-05-30
URI: https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/134344
Locatie Henisdael 4 (Heers)Henisdael
Coördinaten Breedte: 5.37876879455
Lengte: 50.7590525046
label.localisation [50.758941889,5.37927996534], [50.7585089066,5.37930030097], [50.7585060285,5.37919702647], [50.7584878448,5.37854440034], [50.7585825206,5.37853591615], [50.7585821761,5.37851580509], [50.7586274494,5.37851387645], [50.7586276282,5.3785244088], [50.7587863158,5.3785176533], [50.7588336493,5.37851341154], [50.7588245249,5.37820179536], [50.7595123844,5.37814119832], [50.7595469778,5.37925050393], [50.758941889,5.37927996534]

Primaire tekst

Resterende bomen van een eind 19de-eeuws heren­boerenparkje en recentere tuin uit het midden van de 20ste eeuw, bij een in 1831 gebouwd herenhuis dat werd vergroot in 1863 en later werd verfraaid. Het is de afsplitsing van de historische, tot de 17de eeuw opklimmende boerderij van het kasteel van Henisdaal.

Het oude Hinnisdaal

De naam in de voorgevel van het huis, refereert aan het historische Henisdael, een Loons leen dat aanvankelijk in handen was van de gelijknamige en reeds circa 1200 vermelde familie van Henisdael. Die kwam door huwelijk in het bezit van Sint-Pieters-Heurne en werd toen ook heer van Horne. In de sacristie van Vechmaal bestond er eertijds een 17de-eeuwse muurschildering met de heerlijke burcht, de oude donjon en de genealogie van de heren. In 1708 was dit kasteel al een ruïne en vandaag blijft er geen spoor meer van over. Naar het kasteel wordt wel verwezen in het pachtcontract van 23 april 1775 tussen Gillis Delvigne en de toenmalige eigenaar, baron de Leroodt, van Vechmaal, wiens familie het sedert 1688 in handen had. Bij de pacht hoorde toen meer dan 82 bunder land, 20 bunder weide en 6 bunder warande. De waterbekkens en vijvers, de zand- en steengroeve genaamd Henisdael en de kamer boven de grote ingangspoort van het kasteel waren toen niet in de pacht begrepen. Dit neerhof verschijnt op de ­ Ferrariskaart (1774-75) ten zuiden van de beek, als een U-vorm met tuinen ten westen, omringd door boomgaarden en vijvers. In 1812 werd Henisdael verkocht aan Jean Pierre Delvigne (1754-1817), toen notaris en als procureur verbonden aan de prinsbischoppelijke justitie. Zijn zoon Gillis Joseph Delvigne (1783-1840) erft het goed, bouwt er ter vervanging van de kasteelruïnes een nieuwe herenwoning en wordt ook burgemeester van Vechmaal. Zijn weduwe bleef er tot haar dood in 1898 wonen, waarna opnieuw een verkoop volgde.

Op het kadaster heet de plek Oud Castilleveld en op het Primitief plan van 1828, ligt er ten noorden van de U-vormige hoeve een tweede, kleiner erfje met twee gebouwen (allebei perceel nr. 557, als huis) waarbij een omhaagde moestuin (nr. 556) hoort, twee grote boomgaarden (nr. 559 en 561), akkerland (nr. 553, 555 en 560) en hooiland (nr. 552 en 554), geen vijvers meer. Aan de overzijde van de voetweg ligt een gebouwtje (nr. 449) dat eerst een in 1842 buiten gebruik gestelde brouwerij is, dan bakhuis wordt, in 1870 woning om uiteindelijk in 1900 te verdwijnen. De beschrijving van het huis opgesteld in 1841 ter voorbereiding van de kadastrale schatting typeert het goed als "eene sterk gebouwde pachterij van steen gebouwd en met pannen en stroo gedekt hebbende 4 beneden en 4 boven kamers voorzien van sterke en wel ingerigte stallingen". Weduwe Joseph Delvigne is er op dat ogenblik eigenares.

Het oude, in het pachtcontract van 1775 vermelde 16 de-eeuwse poortgebouw met de bovenkamer, een uitgewerkte wapensteen boven de poort en een ronde traptoren bleven bestaan en maken deel uit van de voormalige hoeve, die geen vermeldenswaardige tuinen bezit. Het herenhuis werd een afzonderlijke bezitting met parkje.

Henisdael vandaag

Het herenhuis dat Gillis Joseph Delvigne bouwde in 183(1?), te oordelen naar zijn initialen en het jaar in de deuromlijsting van de achtergevel, kreeg zijn huidige vormgeving na restauraties tijdens de 19de en 20ste eeuw. Het telt nu twee bouwlagen van zes traveeën onder een mank zadeldak (kunstleien). De voorgevel met steekboogvormige vensters en deuren werd later voorzien van een nu geel geschilderde gedecoreerde cementering met geprofileerde omlijstingen en sierbanden. De achtergevel met de gedateerde deur en onderling verbonden lekdrempels aan de vensters bleef onversierd en onbepleisterd. De L-vormige plattegrond van 1828 werd blijkaar in 1831 overgenomen, maar het huis evolueerde naar de rechthoek van vandaag, een verruiming die door het kadaster in 1863 werd geregistreerd. In 1872 werd het haakse volume gesloopt en vervangen door een kleiner, smal gebouwtje met een aansluitende constructie op zeshoekig grondplan. Hiervan bestaat sedert 1909 nog enkel de kelder en het zeshoekig paviljoentje. Aan dit jaartal mag ook de decoratie van de voorgevel van het huis gekoppeld worden.

Het parkje beslaat het oude moestuinperceel (nr. 556), is vermoedelijk aangelegd toen het huis werd gebouwd en werd naderhand, mogelijk in het interbellum of in de jaren 1950 herwerkt tot het huidig voorkomen. Het is van de straat gescheiden door een draadafsluiting met ruitmotieven, geplaatst op een bakstenen sokkel, die na een bocht links te niet loopt op het oude poortgebouw van de hoeve en rechts eindigt op de haag van de boomgaard. Het wordt onderbroken door het smeedijzeren inrijhek tussen twee slanke vierkante pijlers van arduin met sokkel en gepunte en gesteelde bol op de deksteen; het heeft bovendien een bewaard trekbelsysteem, eveneens van smeedijzer. Het hek springt achteruit en heeft vierkant stijl- en regelwerk met acanthusknop op de stijlen en de makelaar, ronde op lanspunten uitlopende onderspijltjes en spijlen met klimmend beloop naar de stijlen. Verderop in de haag staat een laat 19de-eeuwse barrier tussen betonnen pijlers, eertijds de toegang tot de nu bij het parkje betrokken boomgaard. Het is een smeedijzeren hek met vierkante stijlen en regels, ronde onderspijltjes en spijlen met opengewerkte punten.

De voortuin is begrensd door een haag van liguster en beuk, is beschaduwd door twee linden (Tilia x sp.) en heeft een oprit in kassei. Verder ligt de voortuin in gras en groeit er een prieelberk (Betula pendula 'Youngii'). Hier staat ook het reeds vermeld zeszijdig paviljoentje, nu een slank, geel geschilderd volume dat voorheen een duiventil bezat en nu een gesneden houten daklijst heeft, een zinken tentdak eindigend op een piron en bepleisterde gevels met een decoratie verwant aan die van de voorgevel van het huis. Natuurstenen trappen leiden naar een smalle, door twee muuropeningen op grondhoogte verlichte kelder met tongewelf, de restant van het gesloopte deel.

Tussen het huis en het paviljoentje ligt er een door breukstenen gevormd verhoogd perk voor kruiden, uit het midden van de 20ste eeuw, wellicht aangelegd op de oude fundamenten. Meer elementen wijzen op een ingreep in de tuinaanleg tijdens die periode, onder meer de kunststenen schalen voor éénjarigen, de lange smalle stroken met perkrozen in de voortuin, het keermuurtje van breukstenen met trappen tussen de achtertuin en het verhoogd gelegen en licht hellend parkje, de keuze van bloeiende struiken op de grens met de omliggende boomgaard, de Californische schijncipres (Chamae­ cyparis lawsoniana), Ierse taxus (Taxus baccata 'Fastigiata'), Virginische jeneverbes (Juniperus virginia­) aan de rand. Het pad in dolomiet dat de voortuin, de zijtuin en de achtertuin verbindt en de buxusbollen werden de laatste jaren toegevoegd. Verder staan er naast de oude buxusboom in de achtertuin, ook hulst, hazelaar en treur-es. Van de eind 19de-eeuwse aanleg als herenboerenparkje blijven enkele volwassen bomen over: een niet zeer vitale bruine beuk (Fagus sylvatica 'Atropunicea'), de twee reeds vermelde lindebomen met sporen van een vroeger perk aan de voet, twee recentere okkernoten (Juglans regia) en twee Italiaanse populieren (Populus nigra 'Italica').

Het goed is samen met de voormalige hoeve mooi gelegen in het gebied waar de bronnen van de Herkebeek ontspringen en bereikbaar langs een smalle landweg tussen hoogstamboomgaarden met de obligate hagen van éénsteilige meidoorn (Crataegus monogyna) en de traditionele barriers. Aan de overkant van de straat bijvoorbeeld is zo'n 20ste-eeuwse barrier bewaard, geheel gemaakt uit bandijzer voor de regels en spijlen, tussen met een gepunte bol bekroonde betonnen hekpijlers. De boomgaard werd in tuin omgezet.

Auteur: De Maegd, Christiane

Auteur: Van den Broeck, Myriam

Datum: 2007

Titel Text: Tuin en rest van herenboerenparkje

Grafische documenten

Heers Henisdael 4 (De Haan, Aukje, 24-04-2013, ©Vlaamse Gemeenschap)

Heers Henisdael 2 (De Haan, Aukje, 24-04-2013, ©Vlaamse Gemeenschap)

Parkje van het huis Henisdael 1 met geïntegreerde tuin uit het interbellum (Vlaamse Gemeenschap, 01-01-2007, ©Vlaamse Gemeenschap)

Heers_Hennisdael_4 (De Haan, Aukje, 24-04-2013, ©Vlaamse Gemeenschap)

Bibliografie

Huisarchief van baron de Leroodt.

Hasselt, Archief van het Kadaster, Verzamelkaart gedateerd 1828; sectie C door J. Questienne, kwekeling, (landmeter in opleiding). De kadastrale werkkaart is bewaard en gedateerd 1807.

Hasselt, Archief van het Kadaster, Opmetingschets 1863 nr. 15.

Hasselt, Archief van het Kadaster, Opmetingschets 1872 nr. 6, 1879 nr. 10 en Artikelsgewijze legger, artikel 612. Verkleining tot paviljoen in 1909 nr. 22.

DARIS J., Notices sur les églises du diocèse de Liége, deel 6, Luik, 1876, p. 100-105.

DE TROOSTEMBERGH M., Le château de Hinnisdael et ses seigneurs, in L'ancien pays de Looz, 1899, nr. 5, p.31-32, nr. 6 p. 35-36, nr. 7, p. 43-44, nr. 8, p. 49-50.

DEWELF A. e.a., Het dorpsverleden van Vechmaal, Vechmaal, 1978.

PAUWELS D., SCHLUSMANS F. met medewerking van MUYLDERMANS E. & ROMBOUTS J. 1999: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Limburg, Arrondissement Tongeren, Kanton Borgloon, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 14N4, Brussel - Turnhout, p. 323-326.

Beknopte karakterisering