Identificatie en beschrijving | |
---|---|
Titel | Kasteeldomein De Verlosser |
Provincie | Vlaams-Brabant |
Gemeente | Dilbeek |
Deelgemeente | Sint-Ulriks-Kapelle |
Bron | Schepping: 2014-11-27 Bijwerken: 2018-12-18 URI: https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/134737 |
Locatie | Brusselstraat 647 (Dilbeek)Brusselstraat |
Coördinaten | Breedte: 4.21963077919 Lengte: 50.876916077 |
label.localisation | [50.8781598274,4.2210825409], [50.8780269935,4.22117811159], [50.877791938,4.22133939509], [50.8777246683,4.22138555239], [50.8776676347,4.22143212138], [50.8776666189,4.22143225277], [50.8774219201,4.2214636645], [50.8774178399,4.2214641892], [50.8774109911,4.22146544274], [50.8774109462,4.22146544652], [50.8764379537,4.2216446518], [50.8762921905,4.22165253716], [50.8762889855,4.22165491777], [50.8762878467,4.22165011823], [50.8762877373,4.221649653], [50.8761336036,4.22100027624], [50.8760820351,4.22078302017], [50.876026764,4.22081636113], [50.8751049283,4.22137253656], [50.8750870578,4.22138331947], [50.8750111304,4.22073942173], [50.8750104768,4.22073389974], [50.8749474561,4.22077545351], [50.8747787196,4.21983012708], [50.8748579734,4.21977631083], [50.8750831126,4.21962343018], [50.8753648006,4.21943214257], [50.8752275373,4.21888807316], [50.8753252993,4.21864102247], [50.8754296978,4.21834580501], [50.8755323658,4.21800889867], [50.8756483989,4.21806853312], [50.8757608941,4.21797729999], [50.8758612722,4.21789589312], [50.875726126,4.21757335528], [50.8757188223,4.21755592973], [50.8757223221,4.21754527764], [50.8757470904,4.21746989558], [50.875918412,4.21726741907], [50.8759997332,4.21717130961], [50.8760342272,4.21713042097], [50.8760892485,4.21706519906], [50.8760939699,4.21705960061], [50.8761007662,4.21705154758], [50.8761013882,4.21705295595], [50.8763958749,4.21772170364], [50.8764034418,4.21773888948], [50.8764104731,4.21775485307], [50.8764146645,4.21776437312], [50.8768712806,4.21809095226], [50.8770093003,4.21857829645], [50.8770715739,4.21853616649], [50.8771529887,4.21848108819], [50.8772585383,4.21840968092], [50.8772651666,4.21840519671], [50.877279558,4.21839546082], [50.877351441,4.2183468288], [50.877591425,4.21818446397], [50.8776075955,4.21817352374], [50.8776334794,4.2181560124], [50.8776918883,4.21811649625], [50.8778485415,4.21801051024], [50.8779059329,4.21797168718], [50.8779070778,4.21797619305], [50.8779110532,4.21799186687], [50.8779124814,4.21799748853], [50.8779654704,4.21820624567], [50.8782186136,4.21805242042], [50.8783107746,4.21799641716], [50.8786349999,4.21779938791], [50.8787724934,4.2183432328], [50.8787805793,4.21837506351], [50.8788026787,4.21846213628], [50.8788216972,4.21853707234], [50.8788354116,4.21859791447], [50.8789698611,4.2191946825], [50.8789844322,4.21925937172], [50.8790018434,4.21933666515], [50.8790192754,4.21941404223], [50.8790814993,4.2196902422], [50.8791150401,4.21983912466], [50.8791131007,4.21984050486], [50.8790735677,4.21986863413], [50.8784629067,4.22030316237], [50.8784582818,4.22030645612], [50.8784802013,4.22038708685], [50.8784877841,4.22041497898], [50.8785190793,4.22053009294], [50.8785515655,4.22064958743], [50.8785866076,4.22077850883], [50.8785582262,4.22079907423], [50.8785291781,4.220817451], [50.8784932162,4.22084267155], [50.8781598274,4.2210825409] |
Landhuis gebouwd circa 1800 in een lusthof van 1 hectare 24 are, herbouwd circa 1880 tot een eclectisch kasteel en omringd door een park van 7 hectare in laat-landschappelijke stijl, dat vrij goed bewaard bleef, ondanks de omvorming van het kasteel tot klooster en rusthuis in 1929.
Het gebouw waarin het rust- en verzorgingstehuis 'De Verlosser' gevestigd is gaat terug tot een landhuis met drie bijgebouwen, dat ergens tussen 1775 (voltooiing van de Ferrariskaart en 1823 (de opmaak van de Primitieve kadasterkaart door J.L. Denis) – vermoedelijk rond 1800 – werd opgetrokken op het hoogste punt van het Kapelleveld ten zuiden van de dorpskern. Het kadaster vermeldt als Primitieve eigenaar de Brusselse handelaar Guillaume Horis ((1788-1856, gehuwd met Jeanne Marie Parijs). De plattegrond van het landhuis (perceel nummer 106), een platgedrukte H, laat een sober, symmetrisch, classicistisch gebouw met hoekrisalieten vermoeden, dat bij de verkoop in 1833 zelfs als 'château' wordt omschreven. Het stond opgesteld in het verlengde van een laantje dat, tussen de lintbebouwing langs de Brusselstraat door, na 80 meter in de lusthof (perceel 105) uitmondde. De lusthof, vermoedelijk een vroeg-landschappelijk parkje, besloeg 1 hectare 24 are 20 centiare, en omvatte ook de drie bijgebouwen. Kenschetsend voor de streek is het hopveldje ('hoplochting') aan de overzijde van de Zavelstraat (perceel 115, 14 are groot).
In de loop van de 19de eeuw verdwijnt de lintbebouwing langs de Brusselstraat (1851), worden de Primitieve dienstgebouwen naast het kasteel afgebroken (1866) en vervangen (1870) door een langgerekt complex omschreven als stal, koetshuis en oranjerie, op grotere afstand van het landhuis (het huidige 'Gaudium') – pittoreske dienstgebouwenarchitectuur typisch voor die periode (polygonaal hoektorentje, overstekende dakranden met geajoureerde windborden...). De oorspronkelijke lusthof wordt samengesmolten met de omgevende percelen tot een park van meer dan 7 hectare. Op de stafkaart van 1877 worden de laatste ogenblikken van de Primitieve lusthof en de omvorming naar een groot landschappelijk park in beeld gebracht: het Primitieve lusthofperceel, het laantje naar de Brusselstraat en het hopveldje aan de overzijde van de Zavelstraat worden met rode lijnen afgebakend en ten oosten van de oprijlaan ligt een kleine boomgaard, maar daarbuiten zijn de kronkels en de lussen typisch voor de late landschapsstijl (à la Keilig en Fuchs) al aanwezig. Het nieuwe aanlegpatroon verschijnt voluit op de stafkaart van 1891. Behalve de gedeeltelijk ommuurde moestuin (49 are) ten oosten van het kasteel, is elke zweem van rechtlijnigheid verdwenen.
De omschakeling van buitenverblijf of zomerhuis (vaak met uitzicht op de mesthoop) naar volwaardige, permanente residentie (de minder appetijtelijke aspecten van het landleven buiten het gezichtsveld) is in het derde kwart van de 19de eeuw geen uitzondering. De aanleg van het dichtste spoorwegnet van Europa had rond 1870 de combinatie van industrieel bedrijfsleider-kapitalist en herenboerin-decor mogelijk gemaakt. Deze verandering loopt min of meer parallel met de opkomst van de eclectische architectuur.
Rond 1880 liet de toenmalige eigenaar, een zekere François Eugène Marie Lyon, gehuwd met Maria De Thuin, zoals veel van zijn klasse- en standgenoten, het oorspronkelijke (vermoedelijk classicistische) landhuis verbouwen tot een eclectisch 'kasteel'. Oorspronkelijk was het vijf traveeën breed en twee bouwlagen hoog, onder een schilddak met dakvensters voorzien van trapgeveltjes. Trapgevels bekronen ook de uit twee traveeën bestaande ingangsrisalieten in de voor- en achtergevels (respectievelijk noord en zuid). De ronde hoektoren met een overkragende derde verdieping en een kegeldak op houten modillons geeft het gebouw een kasteelachtig uitzicht. De baksteen afgewisseld met witte banden, negblokken, steigergaten, schouderstukken en trapjes van de trapgevels, 'diamantkoppen' (in de ontlastingsbogen)… herinnert aan de traditionele bak- en zandsteenbouw.
Het feit dat in 1882 de Zavelstraat bij het domein kon worden ingelijfd, zodat de moestuin en de bijbehorende serre niet meer door een openbare weg van het domein werden gescheiden, is tekenend voor de machtspositie van de eigenaar binnen de dorpsgemeenschap. Een volgende eigenaar, de Nederlander Aloïs Schmedding, liet rond 1900 nog enkele kleine gebouwen toevoegen: een (verdwenen) zeshoekig paviljoentje en twee vogelkooien – alle in de pittoreske stijl (geajoureerde windborden, gesinterde baksteentjes).
De door Eugène Lyon aangebrachte structuur en de beplanting bleven grotendeels bewaard. Sprekend is het alom aanwezige architecturale microreliëf – verspreid over het terrein minstens acht heuveltjes of heuvelruggen, 1,5 tot 2 meter hoog, waarop groepjes van bomen zijn geplant, sommige waarschijnlijk in de jaren 1860, zoals de zware bruine beuken (Fagus sylvatica 'Atropunicea') op het heuveltje in het gazon ten noorden van het kasteel of de tamme kastanjes (Castanea sativa) en witte paardekastanjes (Aesculus hippocastanum) op de grote ophoging ten zuidoosten ervan, die mee het vergezicht omkadert vanuit het kasteel in zuidelijke richting, over de vallei van de Molenbeek. Tot de generatie van bomen die onder Lyon werden aangeplant horen ook een monumentale mammoetboom (Sequoiadendron giganteum), enkele gewone en oosterse platanen (Platanus x hispanica, Platanus orientalis) – onder meer twee laag vertakte exemplaren bij het kasteel – en zilverlinde (Tila tomentosa).
In 1929 werd het domein (8 hectare 24 are 70 centiare) verkocht aan een Franse kloosterorde, 'les Soeurs du Sauveur et de la Sainte Vierge', die wegens de anti-klerikale politiek van de regering Combes (Emile Combes, 1835-1921, leider van het 'Bloc des Gauches' en voorzitter van de ministerraad 1902-1905, instigator van diverse anti-klerikale wetten), Frankrijk had verlaten en zich in 1903 in Sint-Jans-Molenbeek had gevestigd. Het kasteelcomplex werd door de zusters niet alleen gebruikt als buitenverblijf, maar bood ook plaats aan een meisjeskostschool, omschreven als 'school voor vormingswerk', vooral bedoeld als rekruteringsveld voor de orde. Na de Tweede Wereldoorlog konden ook bejaarde of convalescente dames op 'Saint-Sauveur' terecht. Het kasteel onderging substantiële vergrotingen in 1930 en vooral in 1936, toen het volume en de bebouwde oppervlakte meer dan verdubbelden. De uitbreiding in witte steen aan de noordzijde vormde een opvallende stijlbreuk ten opzichte van het oorspronkelijke gebouw. Aan de achterzijde werden, naar ontwerp van broeder Floribert van het Sint-Lucasinstituut te Schaarbeek, negen traveeën toegevoegd in min of meer dezelfde traditionele bak- en zandsteenstijl, maar met een mansardedak en dakvensters. Rond 1960 werd in de moestuin ook een gebouw voor het noviciaat opgetrokken. Het landgoed overleefde, op enkele details na (onder meer de asfaltering van de op- en afritten, de uitwendige liftkoker tegen de noordgevel van het kasteel), ongeschonden de verandering van eigenaar en functie.
Merkwaardige bomen (Opname 18 mei 2000. Het cijfer in vet geeft de stamomtrek, gemeten op 150 cm hoogte.)
Auteur: Deneef, Roger
Auteur: Van Liedekerke, Marcel
Auteur: Wijnant, Jo
Datum: 2005
Titel Text: Park bij rusthuis de Verlosser
Een monumentale tamme kastanje met een opvallend knobbelige stam, dikste boom in het park van rusthuis De Verlosser te Dilbeek (Deneef, Roger, 01-01-1996, ©Vlaamse Gemeenschap)
Het kasteel onderging substantiële vergrotingen in 1930 en vooral in 1936, toen het volume en de bebouwde oppervlakte meer dan verdubbelden (Deneef, Roger, 01-01-2000, ©Vlaamse Gemeenschap)
Voor nut en sier: één van de voormalige vogelkooien ten zuidoosten van kasteel, rusthuis De Verlosser te Dilbeek (Deneef, Roger, 01-01-2000, ©Vlaamse Gemeenschap)
Voor nut en sier: één van de voormalige vogelkooien ten zuidoosten van kasteel, rusthuis De Verlosser te Dilbeek (Deneef, Roger, 01-01-2000, ©Vlaamse Gemeenschap)
Kadasterarchief Vlaams-Brabant, Primitieve kadastrale legger Sint-Ulriks-Kapelle, art. 78.
Kadasterarchief Vlaams-Brabant,Oude kadastrale legger 212 Sint-Ulriks-Kapelle, art. 338, nrs. 27 en 54.
Kadasterarchief Vlaams-Brabant, Oude kadastrale legger 212A Sint-Ulriks-Kapelle, art. 539 en 908.
Kadasterarchief Vlaams-Brabant, Kadastrale opmetingsschetsen Sint-Ulriks-Kapelle 1880/2, 1882/6, 1883/4, 1930/8, 1937/23 en 1960/8.
DE MAEGD C., Bouwen door de Eeuwen heen – arrondissement Halle-Vilvoorde, Gent, Snoeck-Ducaju, 1977, p. 634.
VAN LIEDEKERKE M., Het rust- en verzorgingstehuis De Verlosser in Sint-Ulriks-Kapelle. Een relaas van het kasteel, het domein en zijn bewoners in de 19de en de 20ste eeuw, Dilbeek, Open Monumentendag, 2004.
Datering: WO I, eerste kwart 19de eeuw, interbellum, tweede helft 19de eeuw, vierde kwart 18de eeuw, vierde kwart 19de eeuw, vóór WO I,
Typologie: aalmoezenierswoningen, bomengroepen, bunkers, duivenverblijven, kapellen (klein erfgoed), koetshuizen, landhuizen, omheiningsmuren, ommuurde moestuinen, oranjeries, private parken, stallen, volières