Identificatie en beschrijving
Titel Verdiepte tuin van de villa Edouard Michiels
Provincie Vlaams-Brabant
Gemeente Scherpenheuvel-Zichem
Deelgemeente Scherpenheuvel
Betrokken personen Gebroeders Michiels
Functie van de auteur Ontwerper
Bron Schepping: 2014-05-05
Bijwerken: 2017-05-30
URI: https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/134524
Locatie Rozenstraat 3 (Scherpenheuvel-Zichem)Rozenstraat
Coördinaten Breedte: 4.97174113614
Lengte: 50.9810079939
label.localisation [50.9807155273,4.97148180921], [50.9807023685,4.97138188711], [50.9807125082,4.97138006704], [50.9809727778,4.97133326234], [50.981193059,4.9712936595], [50.9812131466,4.97144887054], [50.9812231853,4.97152641076], [50.981257124,4.97178860447], [50.981287939,4.97202673376], [50.9812942761,4.97207568521], [50.9811986661,4.97210353525], [50.9809057995,4.9722465961], [50.9808747103,4.97222816737], [50.9808204736,4.9719768627], [50.9808201612,4.97197541165], [50.9807683342,4.97173528582], [50.9807367895,4.97158914695], [50.9807185134,4.97150447619], [50.9807155273,4.97148180921]

Primaire tekst

Tuin (70 are) rond een villa in cottagestijl, voormalige zetel van een befaamd boomkweek- en tuinaanlegbedrijf 'Michiels Frères'; verdwenen overtuin (16 are); licht verzonken tuin met kanaal en breukstenen paden verwerkt tot een elegant art-decomotief; in 2003 verkaveld en vernietigd.

De Boriussen

De door Edouard Michiels gebouwde villa en de bijbehorende tuin zijn de enige overblijvende materiële getuigen van een van de belangrijkste bedrijven en werkgevers in de regio in de periode 1870-1940, nationaal en – wat betreft de fruitkweek – ook internationaal vermaarde plantenkwekers en tuinaanleggers. De kiem van het bedrijf was de kleine boomkwekerij die Pierre Liboire Michiels, bijgestaan door twee arbeiders, op het erf van zijn vader vanaf 1854 uitbaatte. De hoogdagen van de Belgische horticultuur waren achter de rug, maar Michiels profiteerde van de snel toenemende vraag naar fruitbomen en, vooral na 1900, sierbomen en -struiken. In 1870, het officiële stichtingsjaar van de firma, had 'Borius' al verschillende hectaren in bedrijf. Rond 1900 besloegen de kwekerijen circa 80 hectare volgens een door de firma Michiels uitgegeven 'pomologische' wandplaat en lag Scherpenheuvel "als een eiland tussen een zee van bloemen en jonge bomen". Het bedrijf had zijn eigen winkels, waar de 250 arbeiders en 7 bedienden het deel van hun loon dat in bons werd uitbetaald als betaalmiddel konden gebruiken. De productie omvatte sierplanten en -bomen, bos- en dreef­plantsoen, coniferen en 200.000 rozenstruiken en stammen in duizend variëteiten. Het bedrijf verkocht ook graszaden voor weiden en gazons.

Een prospectus uit 1912 bevat foto's van de bedrijfsgebouwen en pépinières – toen 95 hectare – en bij wijze van reclame ook een foto van de jonge beplantingen rond de basiliek. De firma Michiels ontwierp ook tuinen en legde ze desgewenst aan. De leiding was toen in handen van drie zonen van Liborius – Edmond, Gustave en Edouard – en schoonzoon Charles Carlens, plaatselijk de 'Boriussen' genoemd. De gebroerders Michiels waren ook als auteur actief. Gustave Michiels publiceerde in 1888, 1889 en 1892 in eigen naam interessante monografieën over fruitteelt in het kader van landbouwbedrijf of tuinaanleg en over peren, maar de brochures en kleine artikelen die vanaf 1900 in diverse tijdschriften opduiken staan op naam van het collectief. Gustave, gediplomeerde van de Rijkstuinbouwschool te Vilvoorde, diende zichzelf ook aan als 'architecte de parcs et jardins'. Volgens de frontpagina van een van zijn werken zou hij ook teeltoverste geweest zijn in een landbouwschool te Chavaignac (Frankrijk).

Een vraagstuk van architectonische aaneenschakeling

Onder impuls van de op één na jongste van de gebroeders, Edouard Michiels, kon de firma 'Michiels Frères' zich ook tijdens het interbellum, tot in de late jaren 1940, als een van de meest vooraanstaande Belgische kwekerijen en tuinaanlegbedrijven handhaven. Zij kreeg belangrijke opdrachten toevertrouwd, onder meer de aanleg en de beplanting van wereldtentoonstellingsterreinen, het koninklijk domein van Laken en grote openbare ruimten zoals het Astridpark te Anderlecht, het provinciaal domein van Wégimont (provincie Luik), de 'Cité de l'Enfance' te Marcinelle (provincie Henegouwen). In een lovend, niet gesigneerd artikel over de Gebroeders Michiels uit 1944 wordt het credo van de firma als volgt verwoord: "De tuin moet de woning omringen, haar doen uitkomen zooals een lijst een schilderij opluistert, haar toelaten deel uit te maken van het landelijk schoon. De verwantschap van landschap en tuin, van tuin en woning, stelt een vraagstuk van architectonische aaneenschakeling, dat de samenwerking veronderstelt van den bouwmeester en den tuinarchitect".

Deze uitgesproken architecturale opvatting van de tuin werd getemperd door elementen uit de 'Nouveau Jardin Pittoresque' (flagstones, breukstenen muurtjes, grote en onvoorspelbare variatie van bloeiende struiken en vaste planten...) en door een zekere bereidheid om zich aan te passen aan de smaak van de cliënt, om naast tuinen in "gemengde of moderne landschapsarchituur" ook "Engelsche, Fransche en nieuwe stijltuinen" af te leveren. De firma was lid van de in 1913 gestichte vereniging 'Le Nouveau Jardin Pittoresque' en werkte tijdens het interbellum samen met belangrijke Belgische ontwerpers uit die periode: voorzitter van de vereniging Jules Buyssens, Marcel Leborgne, Jean Canneel-Claes, René Pechère...

De verzonken tuin

Rond 1925 bouwde Edouard Michiels een villa aan de noordwestrand van Scherpenheuvel, niet ver van het station: een fraai, op de cottagestijl geïnspireerd gebouw met gelede plattegrond en volumes, witgepleisterde gevels en hoge, dominerende pannendaken, uitspringende erkers, pseudovakwerk in de puntgevels, horizontale vensters met kleine roedenverdelingen, en een hoekportaal. De natuurstenen plint loopt langs de zuid- en de oostzijde uit in terrassen met breukstenen trappen en muurtjes. Bijgebouwen en een grote loods volgden, want de villa was niet alleen bedoeld als residentie maar ook als bedrijfszetel. De verdwenen overtuin was een langgerekt perceel tussen de Basilieklaan en de Rozenstraat (80 meter lang en 20 meter breed) dat, ingekaderd door een natuurstenen rondboog, een riant perspectief bood op de villa – "zooals een lijst een schilderij opluistert": een breed centraal grindpad, lijnrecht op de villa gericht, afgeboord met struikmassieven, vaste planten zowel varens als bloeiende), open pergola's met klimplanten en stenen bassins. Een laag metalen, poortloos hek met ruitmotieven sloot de overtuin af aan de Basilieklaan.

De eigenlijke tuin, ten noorden van de Rozenstraat, wordt langs de perceelsgrenzen afgeschermd door een (na 80 jaar) volwassen bomengordel, opgebouwd uit gewone plataan (Platanus x hispanica), zilveresdoorn met ingesneden blad (Acer saccharinum 'Laciniatum'), bruine beuk (Fagus sylvatica 'Atropunicea'), vederesdoorn (Acer negundo) en Italiaanse populier (Populus nigra 'Italica'). Sommige van deze bomen hebben stamomtrekken van meer dan 3 meter. Om het perpectief naar de overtuin open te houden, wordt de bomengordel ten zuiden van de villa onderbroken door een taxushaag, langs weerszijden van een laag poorthek. In de onmiddellijke omgeving van de villa komen boomgroepjes en struikmassieven voor, onder meer Italiaanse populier, gewone en Ierse taxus (Taxus baccata, Taxus baccata 'Fastigiata'), grootbladige hulst en bonte beshulst (Ilex x altaclarensis 'Belgica', Ilex aquifolium 'Argenteomarginata'), herfstpaardenkastanje (Aesculus parviflora) en Viburnum rhytidophyllum. Het bosje met Corsicaanse dennen (Pinus nigra subspecies laricio) is later aangeplant.

Het ronde ereplein tussen de villa en de Rozenstraat wordt doorkruist door een dubbele rij stapstenen tussen het poorthek en het symmetrisch uitgewerkte frontterras, in het verlengde van de overtuin. Ruw gesteente, rotsblokken en breukstenen (als stapelmuur, terras- of stapstenen) behoorden tot de favoriete materialen van de 'Nouveau Jardin Pittoresque' en werden in de tuin van Edouard Michiels overvloedig aangewend: hekpijlers, muurtjes, treden... Opmerkelijk is de licht verzonken tuin ten oosten van de villa – een door keermuren afgebakende rechthoek (15 x 50 meter), aansluitend bij het terras aan de oostzijde van de villa.

De breukstenen keermuren worden aan de buitenzijde begeleid door plantenborders en, aan de binnenzijde, halverwege onderbroken door 'taxusfauteuils' – zitbanken omgeven door een lage taxushaag. Een uit breukstenen tegels gevormd pad vertrekt vanaf het terras bij de villa en snijdt de verzonken tuin overlangs in twee gelijke delen. Halverwege splitst dit pad via een boogvormige vertakking in twee armen die een drietraps waterbekken omvatten. De randen van dit 'kanaal' (waterlelies, gele lis) zijn afgewerkt met bakstenen rollagen waarin bloembakken werden uitgespaard. Deze elegante constructie loopt sinds circa 1960 uit op een bungalow. 'Arts and Crafts', Gertrude Jekyll en Edwin Lutyens zijn in deze tuin voelbaar aanwezig, maar het symmetrische motief gevormd door bekken, waterspiegel en tegelpaden roept – vooral van boven gezien – de art-decomotieven uit de jaren 1930-1940 in herinnering. In 2003 werd voor deze tuinen een verkavelingsvergunning afgeleverd voor een groot aantal woonpercelen. De villa werd vervolgens afgebroken, maar de parterre met het kanaal bleef voorlopig bewaard.

Auteur: De Maegd, Christiane

Auteur: Deneef, Roger

Auteur: Wijnant, Jo

Datum: 2007

Titel Text: Tuin rond villa Edouard Michiels

Grafische documenten

De verzonken tuin met art-decomotief bij de in 1926 gebouwde en in 2003 afgebroken villa van Edouard Michiels in de Rozenstraat te Scherpenheuvel (Deneef, Roger, 20-03-2014, ©Vlaamse Gemeenschap)

Bibliografie

Kadasterarchief Vlaams-Brabant, Kadastrale opmetingsschets Scherpenheuvel 1927, nr. 23; oude kadastrale legger [212A] Scherpenheuvel art. 1779.

Le jardin, élément essentiel de l'ensemble architectural, in L'Art de Bâtir nr. 5, 1941, p. 25.

Tuinen en parken, in Bouwkunst en Wederopbouw 4(1-2), 1944, p. 26-27.

MICHIELS Edmond, MICHIELS Edouard, CARLENSMICHIELS Charles & MICHIELS Oscar, Les plus beaux arbres d'ornement de parcs, de squares et d'avenues, Montaigu, Michiels frères, 1912.

MICHIELS Frères, Le jardin fruitier. Variétés de poires convenant specialement pour pyramides, in Le Cottage 2(1), 1904, 86-87.

MICHIELS G., Les prairies-vergers ou Les intérêts du propriétaire ou du fermier (Bibliothèque agricole belge), Bruxelles, Mayolez–Paris, G. Masson, 1888, 329 pp.

MICHIELS G., Les fruits de choix: description, culture et commerce des variétés des plus intéressantes à cultiver dans les vergers & les jardins, Bruxelles, Parent, 1889, 180 pp.

MICHIELS G., 50 variétés de poires d'élite pour grandes et petites cultures, Bruxelles, Société belge de Librairie, 1892, 170 pp.

ROYEN L. en BUELENS A. in Pomologia, jaargang 2000 nr. 1, p. 31-37; nr. 3, p. 108-113; nr. 4, p. 148-151.

ROYEN L., Grandes pépinières de Montaigu (Brabant) Michiels Frères. Grote boomkwekerijen van Scherpenheuvel, gesticht in 1870, in Pomologia, jaargang 2000, nr. 4, p. 150.

VANOPPEN H., DAS R. & DAS E., Scherpenheuvel, die schone stede, Borgerhout, Genootschap voor Geschiedenis en Volkskunde, 1994, p. 90.

Beknopte karakterisering