Identificatie en beschrijving | |
---|---|
Titel | Landgoed Kleine Berg |
Provincie | Vlaams-Brabant |
Gemeente | Geetbets |
Deelgemeente | Rummen |
Bron | Schepping: 2013-07-22 Bijwerken: 2017-05-30 URI: https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/134180 |
Locatie | Grote Steenweg 187 (Geetbets)Grote Steenweg |
Coördinaten | Breedte: 5.16850700373 Lengte: 50.9032528238 |
label.localisation | [50.9026971543,5.16913164689], [50.9026559867,5.16899190573], [50.9026866344,5.1689829941], [50.9026861648,5.1689383431], [50.9026847569,5.16880466784], [50.9025588006,5.16881282612], [50.9025715693,5.16865550895], [50.902561594,5.16864679355], [50.9025451617,5.16862377916], [50.9025321098,5.16859384435], [50.902530111,5.16856235079], [50.9025325031,5.16853615672], [50.9025437468,5.16850663462], [50.902568189,5.16848956659], [50.9025855686,5.16848300586], [50.9026392265,5.16782189685], [50.903276859,5.16797682997], [50.9042186527,5.16820566776], [50.9042411464,5.16843793704], [50.9042795483,5.16842646306], [50.9042943963,5.16859062694], [50.9042553336,5.16860188314], [50.9041939035,5.16861961053], [50.9034915728,5.16882214657], [50.9031890483,5.16910744248], [50.9027878643,5.1694396477], [50.9027698567,5.16937849415], [50.9027354198,5.16926155669], [50.9027191449,5.16920630302], [50.9026971543,5.16913164689] |
Landgoed, circa 10 hectare, ooit met een 'jardin anglais' van 29 are en elementen van de 'ferme ornée', aangelegd circa 1800 in een site waar klei werd gewonnen, bij een tot kasteel omgebouwde hoeve, die in 1860 afbrandde en in bescheiden vorm werd heropgebouwd; diverse heuveltjes met lindepriëlen en talrijke oude zomereiken.
Het Hof van Kleine Berg of Ten Berg, voor het eerst vermeld in 1251, was een afhankelijkheid van de abdij van Averbode. In het grote kaartboek van de abdij van Averbode, opgesteld door Cornelis Lowis, wordt de Hoeve ten Berge omstreeks 1660 afgebeeld: een U-vormige, naar het zuiden geopende plattegrond, die de mest-hoff omsluit, een moes-hoff met het traditionele padenkruis, drie boomgaardpercelen (een grooten, een kleynen en een derde), een kemp-hoff (een hennepveld) en enkele weiden en akkers. De Ferrariskaart (1771-1775) toont de Kleine Berg in een ruimer kader, nog vóór de aanleg van de steenweg van Sint-Truiden naar Herk-de-Stad, omringd door grote boomgaarden, velden en bospercelen. Op de Primitieve kadasterkaart, opgemeten in 1827 door J.B. Hannay, wordt een bijna gesloten gebouwencomplex afgebeeld. Ten zuiden van de hoeve, naast een perceel dat door Lowis in 1660 al als paen-hoff landt in kaart was gebracht, stond een langgerekt gebouw met een centrale ronde uitstulping, volgens de kadastrale legger een dakpannenfabriekje (perceel nr. 123). In de schaduw van de noordvleugel van het complex, ongeveer op de plaats van de moestuin van 1660, lag een kleine ommuurde tuin (nr. 139, 7 are 60 centiare) met een bakhuisje (nr. 138). Ten westen van de hoeve en de ommuurde tuin lag een grotere, niet ommuurde tuin (nr. 137, 30 are 20 centiare), in 1660 de kleynen boomgaert.
Ten noorden van dit alles lag ten slotte een bijna driehoekig perceel van 29 are dat in de kadastrale legger als Engels hof werd geregistreerd (nr. 135). Aan de rand daarvan stond een piepklein gebouwtje (nr. 136), een speelhuis. Kleine Berg was eigendom van de toenmalige burgemeester van Sint-Truiden, Jan Arnold Van den Berck. Bij een 'Engelse tuin' van nog geen 30 are mag men in geen geval denken aan de grootschalige Engelse voorbeelden, die vanaf het einde van de 18de eeuw ook in onze contreien doordringen, maar aan een ouder, continentaal type van 'jardin anglais'. Het ging om kleinschalige, gesloten, welomlijnde tuinen of tuincompartimenten zonder grote zichtlijnen of uitkijkpunten, met een woelige topografie, een kluwen van uitzichtloos kronkelende wandelpaden, veelal met een overdaad van 'fabriekjes' en 'follies', vaak chinoiserie (dan sprak men uiteraard van 'anglo-chinois'). Engelse of Schotse tuinarchitecten zoals Thomas Blaikie staken hun minachting voor deze 'Engelse' tuinen trouwens niet onder stoelen of banken. Het is misschien geen toeval dat deze 'Engelse' tuin werd aangelegd op een site waar sinds geruime tijd pannen werden geproduceerd. Het 'Engelsch Hof ' van Groot Asdonk, op de grens van Tessenderlo en Molenstede, is een ander voorbeeld uit de regio, waar een kleiontginning samengaat met een vroege 'jardin anglais', waar een verzameling plassen en hopen een ideaal uitgangspunt vormde voor een 'Engels Hof '… De site van Kleine Berg omvat talrijke ontsluitingen van zware tertiaire klei, of quasi-ontsluitingen, bedekt met een dunne laag zandleem – vandaar het toponiem 'Bruineveld' – en vertoont talrijke sporen van grondverzet. Naast een verlande poel op het smalle uiteinde van het Engels hof-perceel bevindt zich een heuveltje met drie zomerlinden (Tilia platyphyllos), maar tot ver buiten dit perceel komen nog dergelijke, tot 2,5 m hoge heuveltjes voor.
De stafkaart van 1932 geeft twee van die heuveltjes weer, maar niet op de plaats waar ze zich in werkelijkheid bevinden. Het mooiste ligt langs de Bruinenveldweg, die de steenweg met het kasteel verbindt. Het wordt bekroond door een prieel van zeven zomerlinden die ooit op 2,5 m hoogte werden geknot. Het prieel is geopend naar een 2 m breed dreefje met linden die eveneens oude knotsporen vertonen en vermoedelijk werden aangeplant als palissade of loofgang. Architectuur met planten komt nog op andere plaatsen voor, zoals een prieeltje met haagbeuk (Carpinus betulus) naast het kasteel en een tweede lindeprieel in het bosplantsoen ten oosten van het kasteel, ditmaal met tien Hollandse linden (Tilia x europaea) waarvan de stammen met elkaar vergroeid zijn. In dit bosplantsoen komen talrijke zomereiken (Quercus robur) voor met stamomtrekken tussen 3 en 4 m, bomen die minstens tweehonderd jaar oud zijn. Ondanks de aanwezigheid van een 'Engels hof ' aan het begin van de 19de eeuw, is er weinig te bespeuren van de karakteristieke landschappelijke architectuur, die in de loop van de 19de eeuw het uitzicht van de meeste landgoederen ging bepalen. Het landgoed Kleine Berg is vooral opgebouwd uit rechtlijnige elementen: grachten, houtwallen en dreefjes die waarschijnlijk werden aangelegd na, en georiënteerd op de nieuwe steenweg. De 18de-eeuwse idee van de 'ferme ornée' – de herenhoeve in een opgesmukt, arcadisch landbouwlandschap – heeft bewust of onbewust een grotere rol gespeeld dan de grote Engelse voorbeelden van landschappelijke aanleg.
In 1860 brandde het kasteel af; het werd enkele jaren later werd heropgebouwd en kreeg in 1900 zijn huidige vorm: een sobere, bescheiden baksteenbouw van twee bouwlagen met een L-vormige plattegrond en een boerderijvleugel. Alleen de vierkante hoektoren herinnert aan het kasteel van weleer. Rond 1890 verdween het 'speelhuisje' van Van den Berck. In 1966 nam de 'Communauté de la Poudrière' haar intrek, een in 1958 door de pater oblaat Léon Van Hoorde gestichte, pluralistische gemeenschap, die thans het domein huurt en uitbaat.
Merkwaardige bomen (opname 16 mei 2002)
Het cijfer in vet geeft de stamomtrek in centimeters weer. De omtrek wordt standaard
gemeten op 150cm hoogte.
Auteur: Deneef, Roger
Auteur: Wijnant, Jo
Datum: 2008
Titel Text: Tuin van het landgoed Kleine Berg
Cahier16_Kleine_Berg_01 (Deneef, Roger, 16-05-2002, ©Vlaamse Gemeenschap)
Cahier16_Kleine_Berg_02 (Deneef, Roger, 16-05-2002, ©Vlaamse Gemeenschap)
Kadasterarchief Vlaams-Brabant, Oudste kadastrale legger 212 Rummen, art. 207 nrs. 11-22, art. 503 nrs. 20, 21, 42, 55 en art. 800 nr. 22.
Kadasterarchief Vlaams-Brabant, Kadastrale opmetingsschetsen Rummen 1860 nr. 4, 1866 nr. 4, 1881 nr. 4, 1890 nr. 11 en 1901 nr. 3.
BAEYENS L., Bodemkaart van België: kaartblad Rummen 91E, Centrum voor Bodemkartering, 1965.
BLAIKIE Th., Sur les terres d'un jardinier. Journal de voyages, 1775-1792 (trad. J. Barrier), Besançon, Éditions de l'Imprimeur, 1997, p. 160.
REGISTRUM OMNIUM BONORUM MONASTERII AVERBODENSIS; Iussu Adm. Rever: Domini Servatii Vaes Abatis Anno 1650 […], Brussel, Algemeen Rijksarchief, Kerkelijk Archief Brabant, nr. 5009), gereproduceerd in VAN ERMEN E., Het kaartboek van Averbode, 1650-1680, Brussel, Gemeentekrediet, 1997, p. 119.
WAUTERS A., Géographie et histoire des communes belges. Arrondissement de Louvain – canton de Léau, Bruxelles, Culture et Civilisation (facsimile van editie 1887), 1963, p. 184 en 198.
Datering: eerste kwart 19de eeuw, vierde kwart 18de eeuw,