Identificatie en beschrijving
Titel Villa en hoeve Pardon met park
Provincie Vlaams-Brabant
Gemeente Zoutleeuw
Deelgemeente Budingen
Bron Schepping: 2013-08-08
Bijwerken: 2018-10-10
URI: https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/134238
Locatie Tien Bundersweg 27 (Zoutleeuw)Tien Bundersweg
Coördinaten Breedte: 5.04881799474
Lengte: 50.877290377
label.localisation [50.876208617,5.04924262956], [50.8758835817,5.04840103147], [50.8761142996,5.04816541454], [50.8762370416,5.04808378076], [50.8769699085,5.04759635255], [50.8771059395,5.04750587692], [50.8771609983,5.04746925573], [50.8772711995,5.04742462769], [50.8779248392,5.04712808098], [50.8785104086,5.04847914194], [50.8777339859,5.05010063357], [50.8773650499,5.05068525494], [50.8770952848,5.05109393598], [50.8764660635,5.04893339609], [50.876208617,5.04924262956]

Primaire tekst

Rond 1860 gebouwde villa en hoeve omgeven door landschappelijk park van 1,5 hectareen; ommuurde moestuin; de oor­spronkelijke structuur en een deel van de oorspronkelijke beplantingen bleven bewaard.

Het straatdorp Ransberg, tot 1911 een gehucht van Neerlinter, ligt op de kruin (80 m) van de heuvelrug die het bekken van de Grote Gete scheidt van dat van de Velpe. Tot circa 1850 was de dorpskern omringd door bossen (Rottenbos, Collegebos, Langenbos...), maar twintig jaar later – waarschijnlijk ten gevolge van de landbouwcrisis – was drie kwart daarvan gerooid, zoals duidelijk blijkt wanneer men het kaartblad 9/10 van de topografische kaart van Ph. Vander Maelen uit 1850 vergelijkt met de eerste stafkaart die de toestand van 1871 weergeeft. Rond 1860 lieten de (onverdeelde) erfgenamen van Jean Pardon, stadssecretaris van Tienen, in het Rottenbos ten oosten van het gehucht, maar op het grondgebied Budingen, een landhuis en een boerderij optrekken. Een ommuurde moestuin van 15 are sloot aan bij de boerderij; de villa werd omringd met een lusttuin van 1,5 hectare. In 1867, toen de aanleg voltooid was, werd het landgoed toegewezen aan Charles Pardon, raadsheer bij het Hof van Cassatie. In 1887 werden aan het oorspronkelijk gebouw een portiek toegevoegd: een zadeldakje met vorstkam en gefiguurzaagde daklijst, steunend op zuiltjes van knoestige stammen. Op een gekleurde tekening van rond 1890 wordt het toenmalige, witgekalkte landhuis afgebeeld. Het in 1859 door Jean-Pierre Cluysenaar gepubliceerde modellenboek 'Maisons de campagne, châteaux, fermes...' heeft zonder twijfel inspiratie geleverd: het overkragende gecombineerde zadeldak met veel zichtbaar hout, onder meer de onder de brede dakranden doorlopende spantbalken, het decoratieve gebruik van gekleurde dakpannen, het houten dakruitertje.

De tekening laat ook een glimp zien van de lusttuin, nog met jonge bomen, onder meer de nog bestaande fijnsparren (Picea abies) op de voorgrond, nu met stamomtrekken van meer dan 2 m, en een rond bloemperk. Rechts in beeld worden een vleugel van de boerderij getoond – eveneens witgekalkte baksteen, één bouwlaag – en een stukje van de tuinmuur. Het landhuis vormde het middelpunt van een rotonde, doel en vertrekpunt van een dicht net van gebogen laantjes en slingerende paden, dat zich vooral in het beboste gedeelte ten oosten van het landhuis uitstrekte. De enige waterpartij lag buiten de lusttuin, met name het nog bestaande vijvertje in de boomgaard in de zuidpunt van het domein, niet veel meer dan een brede gracht, waarschijnlijk bedoeld als waterreservoir voor de irrigatie van de moestuin.

Een verbouwing rond 1902 in opdracht van advocaat Paul Pardon bepaalde het huidige uitzicht. Het 'kasteel' van Pardon werd naar het noordoosten uitgebreid, verdubbelde bijna in oppervlakte, kreeg er een verdieping en enkele erkers bij, maar de oorspronkelijke stijlkenmerken bleven min of meer bewaard. Zelfs het dakruitertje en de portiek, voortaan zonder knoesten en beglaasd, overleefden de verbouwing. De stafkaart van 1932 geeft op enkele details na, een situatie weer die weinig verschilt van die van 1871. Het enige verschil is de nog bestaande uitkijktoren ("belvédère" op de kaart) in het bosperceel ten oosten van de lusttuin, die met een bijna rechte laan met het landhuis verbonden is. De hoeve staat momenteel leeg, de moestuin ligt braak en het onderhoud werd door het wegvallen van het personeel tot het maaien van de gazons gereduceerd, maar de oorspronkelijke structuur en een gedeelte van de oorspronkelijke beplantingen – vooral beuk (Fagus sylvatica) en Amerikaanse eik (Quercus rubra) – heeft de tand des tijds weerstaan.

Merkwaardige bomen (opname 9 juni 2000)
Het cijfer in vet geeft de stamomtrek in centimeters weer. De omtrek wordt standaard gemeten op 150cm hoogte.

  • 4. wintereik (Quercus petraea) 323
  • 7. Amerikaanse eik (Quercus rubra) 396
  • 13. gewone beuk (Fagus sylvatica) 380
  • 16. tamme kastanje (Castanea sativa) 384
  • 30. kleinbladige linde (Tilia cordata) 240
  • 32. fijnspar (Picea abies) 221
  • 37. gewone buxus (Buxus sempervirens) 67

Auteur: Deneef, Roger

Auteur: Wijnant, Jo

Datum: 2008

Titel Text: Park van het kasteel van Pardon

Grafische documenten

Cahier16_kasteel_van_Pardon_01 (Wijnant, Jo, 01-01-2000, ©Vlaamse Gemeenschap)

Bibliografie

Kadasterarchief Vlaams-Brabant, Oudste kadastrale legger 212 Budingen, art. 633, art. 867 nrs. 6-10 en 41-42 en art. 1524 nrs. 40-41.

Kadasterarchief Vlaams-Brabant, Kadastrale opmetingsschets Budingen 1860 nr. 1 en 1903 nr. 1.

CLUYSENAAR J.P., Maisons de campagne, châteaux, fermes, maisons de jardinier, garde-chasse et d'ouvriers etc. exécutés en Belgique, Bruxelles, B. Van der Kolk, 1859.

VANDER MAELEN PH., 1850, kaartblad 9/10.