Identificatie en beschrijving | |
---|---|
Titel | Tuin van de hoeve Lindenhof |
Provincie | Vlaams-Brabant |
Gemeente | Vilvoorde |
Deelgemeente | Vilvoorde |
Bron | Schepping: 2013-06-19 Bijwerken: 2017-05-30 URI: https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/134144 |
Locatie | Otto de Mentockdreef 1 (Vilvoorde)Otto de Mentockdreef |
Coördinaten | Breedte: 4.45694212655 Lengte: 50.9421315922 |
label.localisation | [50.9414134665,4.45831974629], [50.9413095087,4.45825849366], [50.9413106467,4.45825226714], [50.941372849,4.45791209886], [50.9414359093,4.45756749618], [50.9414372384,4.45756023574], [50.9415430228,4.45712390489], [50.9415647299,4.45702865597], [50.9418350414,4.45584249057], [50.9421475817,4.45447099056], [50.9429058194,4.45625006887], [50.9429259531,4.45629731057], [50.9428572142,4.45649299403], [50.9426040511,4.45745260912], [50.9425489841,4.45766133714], [50.9425331647,4.45772130047], [50.9425173372,4.45778939499], [50.9424354462,4.45814189384], [50.9424106083,4.45824880993], [50.9423928639,4.45832515431], [50.9423709652,4.4584424076], [50.9422671376,4.45899230577], [50.9422663298,4.45899658101], [50.9422434673,4.45899305344], [50.9421071141,4.45897201397], [50.9420677324,4.4589480908], [50.9420190956,4.45890764672], [50.9419623618,4.45884150313], [50.941855888,4.45866153801], [50.9417111649,4.45849252884], [50.9415455543,4.45836565153], [50.9414173959,4.45832111266], [50.9414134665,4.45831974629] |
Rond 1720 een gesloten, met een ringgracht omgeven hoevecomplex met een 'huis van plaisantie', een moestuin en een boomgaard, later ook met een lusttuin van 36 are en een als oprit bedoelde, 1 km lange dreef; huis in 1914 verwoest, vervolgens heropgebouwd en recentelijk ingrijpend gerestaureerd; recente uitbreiding van bijna 2 hectare met landschappelijke aanleg.
Over de geschiedenis van het Lindenhof (ook kasteel van Otto genoemd) aan de zuidrand van het gehucht Houtem, is weinig geweten. In het werk van J. Verbesselt wordt het omschreven als het oude hof van Houtem. De naam Lindenhof is van recente datum; op de Ferrariskaart (1771-1775) wordt het aangeduid als 'Cense Ter Schrick'. Het wordt in het kaartboek van de abdij van Ter Kameren (1716-1720) afgebeeld als een gesloten, met een ringgracht omgeven complex. Het hoofdgebouw bevindt zich in de noordoostelijke hoek van het eilandje, parallel aan de huidige Damstraat. Een brug over de ringgracht geeft uit op de voordeur van het hoofdgebouw, dat trouwens maar één bouwlaag en drie traveeën telt. De aanbouw ten zuiden van het hoofdgebouw en de evenwijdige vleugel aan de overzijde van de binnenplaats lijken op de figuratieve kaart niet veel meer dan half zo hoog te zijn als het hoofdgebouw. De twee vleugels zijn door muren met elkaar verbonden. De ruimte tussen de Damstraat en de ringgracht is een in drie bedden verdeelde moestuin, het beboomde perceel aan de andere kant is een boomgaard.
Deze terreinindeling vinden we nagenoeg ongewijzigd terug op de Primitieve kadasterkaart, opgemaakt door J. Marchand in 1813. De voortuin (perceel nr. 134), die honderd jaar eerder als een moestuin wordt afgebeeld, blijkt volgens de kadastrale legger een "hof van vermaek" van 36 are te zijn. De moestuin is een perceeltje (nr. 134bis) van 16 are ten zuiden van het Hof. Een boomgaard van 1 hectare 28 are (perceel nr. 137) strekt zich zoals in 1720 uit ten westen van het hof. Het gebouwencomplex wordt in een "huis" (nr. 136) en een "pachthof" (nr. 136bis) opgesplitst. De landmeter van hetkadaster moet behoorlijk geïmponeerd zijn geweest door het hoofdgebouw, want het wordt op de kaart (niet in de legger) met de term 'kasteel' vereerd. De toenmalige eigenaar, Jean de Moor de Mentock, die het als buitengoed gebruikte, bezat ook enkele huisjes met bijbehorende hovingen (percelen nrs. 130133) aan de overzijde van de "wandeldreef " (nr. 129), samen met 26 hectare omliggende landbouwgrond. Deze 'wandeldreef ' – de huidige Otto de Mentockdreef – werd vermoedelijk rond 1800 aangelegd en was wellicht niet uitsluitend voor passieve recreatie bedoeld, maar ook als ceremoniële toegang tot de Moors buitengoed. Oorspronkelijk ongeveer 12 m breed loopt hij lijnrecht over een afstand van 1 km tot aan de steenweg Brussel-Mechelen (sinds 1835 onderbroken door de spoorweg Brussel-Mechelen). Op circa 200 m van het landhuis splitst een even brede zijtak zich af, die na 300 m doodloopt in de beemden. Deze raadselachtige vertakking, op de Primitieve kadasterkaart weergegeven als een 18 m brede rotonde, duidt misschien op een ruimer project, dat om een of andere reden niet werd gerealiseerd. De ringgracht werd in de jaren 1870, onder het eigenaarschap van Daniel Otto de Mentock, grotendeels gedempt en aan de Damstraat werd het nog bestaande koetshuis annex paardenstal opgetrokken. Vlak voor de Eerste Wereldoorlog werd ten zuiden van het landgoed een perceel bouwland aangesproken voor de bouw van drie serres. Bij het begin van de oorlog werd het complex door de Duitsers platgebrand, op het koetshuis na. Het huidige, grotendeels ommuurde complex is het resultaat van de heropbouw en een recente, ingrijpende restauratie, waarbij het oude uitzicht van het hoofdgebouw werd gerespecteerd, maar de bijgebouwen grondig werden gewijzigd. De toegang aan de Otto de Mentockdreef (de Primitieve 'wandeldreef ') geeft via een zandstenen brug uit op een grotendeels gekasseide binnenplaats. Het door een grintpad en haagbeukhagen omringde gazon in de voortuin herinnert aan de Primitieve lusttuin. Aan de achterste vleugel herinnert alleen nog een fragment in de vorm van een schuur. Buiten enkele paardenkastanjes (Aesculus hippocastanum) langs de Damstraat zijn er geen oude bomen aanwezig. De onverharde Otto de Mentockdreef wordt momenteel afgezoomd door canadapopulieren (Populus x canadensis), halverwege onderbroken door laagvertakte zomereiken (Quercus robur). De huidige eigenaars lieten op het vroegere akkerperceel van bijna 2 hectare ten westen van het hof een tuin in landschappelijke stijl aanleggen.
Auteur: Deneef, Roger
Auteur: Kennes, Hilde
Datum: 2009
Titel Text: Tuin van het Lindenhof
Het 'kasteel van Otto', heropgebouwd na de brand van 1914 (Kennes, Hilde, 17-02-2009, ©Vlaamse Gemeenschap)
Kadasterarchief Vlaams-Brabant, Oudste kadastrale legger 212 Vilvoorde, art 124 nrs. 22-32, art 1396 nrs. 10, 18, 34, 35, 72, 75 en – wat betreft de verwoesting – 76 en 77.
Kadasterarchief Vlaams-Brabant, Kadastrale opmetingsschetsen Vilvoorde 1879 nr. 118, 1923 nr. 43 en 1914 nr. 85.
KENNES H. & STEYAERT R., Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen. Inventaris van het bouwkundig erfgoed: gemeente Vilvoorde, deelgemeente Peutie, Brussel, Afdeling Monumenten en Landschappen, 2005, p. 244-245.
LAURENT R., De goederen van de Abdij van Ter Kameren in Brabant. Kaartboek 1716-1720, Brussel, Gemeentekrediet, 1996, p. 108.
VERBESSELT J., Het parochiewezen in Brabant tot het einde van de 13de eeuw (XI), Brussel, Koninklijk Geschied- en Oudheidkundig Genootschap van Vlaams-Brabant, 1972.