Identificatie en beschrijving | |
---|---|
Titel | Park van het kasteel van Neerlinter |
Provincie | Vlaams-Brabant |
Gemeente | Linter |
Deelgemeente | Neerlinter |
Bron | Schepping: 2013-07-29 Bijwerken: 2017-05-30 URI: https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/134210 |
Locatie | Kasteelstraat zonder nummer (Linter)Kasteelstraat |
Coördinaten | Breedte: 5.02013317617 Lengte: 50.8425166245 |
label.localisation | [50.8418869612,5.02047072718], [50.8416845867,5.02000097739], [50.8423002657,5.01957510877], [50.8423140198,5.01960540123], [50.8423565943,5.01958080733], [50.8428995127,5.01922435513], [50.8429317672,5.01936406316], [50.8429605475,5.01941388626], [50.8432734944,5.02043808928], [50.8432271042,5.02048104978], [50.8431620361,5.02054121211], [50.8431516198,5.02050254855], [50.8430014773,5.02062589919], [50.8428722984,5.02069028074], [50.842563451,5.02078969729], [50.8423813867,5.02080593518], [50.8421131628,5.02079727308], [50.8420276419,5.02079893263], [50.8418869612,5.02047072718] |
Landschappelijk park (circa 1 hectare) met resten van de oude ringgracht, aangelegd omstreeks 1870 rond een 'huis van plaisantie' uit 1628.
Ondanks verbouwingen, vooral na een brand in 1693, heeft het kasteel van Neerlinter nog de typische kenmerken van een 'huis van plaisantie' uit het begin van de 17de eeuw (1628 volgens een wapensteen in de zuidgevel). Het is een bakstenen gebouw van twee hoge bouwlagen en vier traveeën, met een steil zadeldak tussen zijtrapgevels, witte zandsteen voor de speklagen, de hoekkettingen, negblokken en de twee kordonbanden ter hoogte van de horizontale regels van de verdwenen kruiskozijnen. De dienstvleugel (koetshuis, stallen, personeelsverblijf), dwars op het hoofdgebouw, werd grondig verbouwd en vergroot rond 1865. Bij het begin van het Belgische kadaster in 1831 was het kasteel van Neerlinter eigendom van de Zoutleeuwse notaris Jean-Hubert Blyckaerts. Het werd volgens de kadastrale legger omringd door 'lustvijvers' – in feite twee concentrische ringgrachten –, een lusthof van bijna 80 are, een moestuin van 28 are, een boomgaard van bijna 61 are en diverse weidepercelen. Bij de dood van Blyckaerts kwam het goed in handen van zijn schoonzoon, dokter Charles Lowet (volgens de oudste kadastrale legger en werd het dus niet gekocht van de laatste heer van Neerlinter, graaf de Waha, zoals vermeld in Boyen 1999), die de dienstvleugel liet verbouwen. Zijn zoon Edouard liet aan de overzijde van de Kasteelstraat een kleine boerderij bouwen, min of meer in de traditionalistische stijl van het kasteel (trapgevels, speklagen) maar met kwartsietstenen in plaats van witte zandsteen. Het poppenhuisachtig gebouwtje in dezelfde stijl aan de rand van de straat (mogelijk een kippenhok of volière), dat de band legde tussen kasteel en boerderij, werd in 2002 afgebroken. Rond 1910 werd aan de tuinzijde van het woonhuis een grote veranda met een plat dak aangebouwd. Uit die periode dateert vermoedelijk ook de fraaie markies van siersmeedwerk en glas boven de hoofdingang, ondertussen verdwenen.
Zoals de meeste waterburchten werd de binnenste ringgracht, waardoor het kasteel bijna met de buitenmuren in het water stond, door dokter Lowet rond 1865 gedempt. De afkeer van stilstaand water, bron van "ongezonde uitwasemingen en funeste epidemieën", was gedurende de hele 19de eeuw – vooral na de cholera-epidemieën van het midden van de eeuw – bijzonder levendig ("miasmes insalubres" en "épidémies funestes", zie de omzendbrief van 10-8-1810 weergegeven in Del Marmol 1857). Alleen de buitenste ringgracht bleef bewaard en vormde het kader van een landschappelijke tuin van circa één hectare, de waterpartijen inbegrepen. Op de stafkaart van 1886 (ICM, 1897) verschijnt – naast de oude toegang – een nieuwe oprit, die vanuit het zuiden via een weidse boog door het park naar het kasteel toeloopt. De oudste bomen – bruine beuk (Fagus sylvatica 'Atropunicea') en witte paardenkastanje (Aesculus hippocastanum), Amerikaanse eik (Quercus rubra) – zijn waarschijnlijk in de late 19de eeuw aangeplant en vormen de oorspronkelijke stoffering van het park van dokter Lowet.
Auteur: Deneef, Roger
Auteur: Wijnant, Jo
Datum: 2008
Titel Text: Park bij het kasteel van Neerlinter
Cahier16_kasteel_van_Neerlinter_02 (Deneef, Roger, 31-03-2008, ©Vlaamse Gemeenschap)
Cahier16_kasteel_van_Neerlinter_01 (Deneef, Roger, 28-09-2006, ©Vlaamse Gemeenschap)
Kadasterarchief Vlaams-Brabant, Oudste kadastrale legger 212 Neerlinter, art. 46 nrs. 9-19 en art. 1642 nrs. 5-14.
Kadasterarchief Vlaams-Brabant,Kadastrale opmetingsschetsen Neerlinter 1866 nr. 57 (dienstvleugel) en 1913 nr. 13 (veranda).
Bouwen door de Eeuwen heen. Inventaris van het cultuurbezit in Vlaanderen – arrondissement Leuven, Brussel, Ministerie van Nederlandse Cultuur, 1971, p. 316-317.
BOYEN P., e.a., Linter, een wandeling door de 20ste eeuw, Linterse Cultuurraad, 1999, p. 15.
DEL MARMOL J.-A.-L., Dictionnaire de législation, de jurisprudence et de doctrine en matière de mines, minières, carrières, forges, haut-fourneaux, tourbières [...], Liège, Renard, 1857, p. 668.
WAUTERS A., Géographie et histoire des communes belges. Arrondissement de Louvain – canton de Léau, Bruxelles, Culture et Civilisation, facsimile van editie 1887, 1963, p. 140.
Datering: 18de eeuw, 19de eeuw, derde kwart 19de eeuw, tweede kwart 17de eeuw,
Typologie: landhuizen, private parken, walgrachten